Gemeente Breda Commentaar 4c: Binnen de 'Paraplunota ruimtelijke ontwikkeling', waarbinnen het plangebied is gelegen in 'Overig bos- en natuurgebied,' is de locatie gelegen in de GHS. Echter, op 23 april 2010 heeft Provinciale Staten van Noord-Brabant de 'verordening ruimte Noord-Brabant, fase I', vastgesteld. Deze verordening is op 1 juni 2010 in werking getreden. De verordening bevat o.a. het onderwerp ecologische hoofdstructuur (EHS), voorheen GHS. Binnen de verordening ruimte Noord-Brabant, fase I is het plangebied niet gelegen binnen de EHS. Wijziging van de bestemming in stedelijke voorzieningen is dus niet onmogelijk. Door de vaststelling en inwerkingtreding van de 'verordening ruimte Noord-Brabant, fase Ikomt de Paraplunota ruimtelijke ontwikkeling' te vervallen. Hoofdstuk 3 'Ruimtelijk beleid' in de toelichting van het bestemmingsplan 'Buitengebied Teteringen, uitbreiding sportpark is hierop aangepast. Ook binnen de Interimstructuurvisie 'Brabant in ontwikkeling' is de locatie gelegen in 'Groene hoofdstructuur - natuur'. Desondanks is de Interimstructuurvisie 'Brabant in ontwikkeling' niet bindend voor gemeenten. Tevens wordt ook de Interimstructuurvisie 'Brabant in ontwikkeling' overruled door de 'verordening ruimte Noord-Brabant, fase I'. Zienswijze punt 4c ongegrond. d. Reclamant stelt dat lanen en wallen met begroeiing een hocie cultuurhistorische landschappelijke, archeolooische en aardkundige waarden hebben. Dit wordt met het onderhavipe bestemminosplan volledig teniet gedaan. Bovendien zal overlast in de vorm van verkeer, parkeren, sportbestemminp. afval, peluid en licht de genoemde waarden en de flora en fauna nop verder aantasten. Commentaar 4d: Zoals onder zienswijze 3a. reeds is opgemerkt staat de gemeente terughoudend tegenover het verwijderen van dergelijke houtwallen. Helaas kan niet in elke situatie een houtwal behouden blijven. De onderhavige houtwal heeft geen hoge ecologische, cultuurhistorische, landschappelijke, archeologische en aardkundige waarden. Om deze reden is dan ook besloten dat in dit geval de houtwal niet behouden hoeft te blijven. Compensatie van de houtwal is wel gewenst. De houtwal zal in voldoende mate op een nader te bepalen locatie in de omgeving worden gecompenseerd. Hiervoor zal op grond van de structuurvisie Groen en Rood' een bedrag worden gestort in het groenfonds van de gemeente Breda. Zienswijze punt 4d ongegrond. e. Volgens reclamant kloppen de in de toelichting oppenomen bedragen alleen in financiële zin met de Nota Groen en Rood. De inhoudelijke en procedurele uitgangspunten kloppen niet met deze nota. Op basis van de financiële redenering moet een bedrag van €3,00/m2 gecompenseerd worden voor tenminste 3 ha. Omdat geen exploitatieplan in het ontwerobestemmingsplan is opgenomen, is niet duidelijk of minimaal dit bedrag ook gegarandeerd is. Volgens reclamant is de uitvoerbaarheid van het plan niet te toetsen. Commentaar 4e: Opgemerkt dient te worden dat de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in afdeling 6.4 bepaald dat het vaststellen van een exploitatieplan verplicht is voor een aantal bouwactiviteiten wanneer deze planologisch mogelijk worden gemaakt in een bestemmingsplan. De bouwplannen waarbij een exploitatieplan verplicht is, zijn opgenomen in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het onderhavige project komt niet voor binnen het genoemde van het Bro. Dit betekent concreet dat geen exploitatieplan hoeft te worden opgesteld. Kostenverhaal is niet verplicht. Als geen exploitatieplan hoeft te worden vastgesteld, hoeft kostenverhaal ook niet anderszins verzekerd te zijn. De financieel-economische haalbaarheid van het bestemmingsplan is in dit geval niet afhankelijk van kostenverhaal. Raadsvoorstel Registratienr: 36499] -5- >w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 32