Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 36499]
Aantal bijlagen: -
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;
gelet op artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;
besluit:
1. Zienswijzen onder 1,2 en 4 ongegrond te verklaren.
2. Zienswijzen onder 3 deels gegrond en voor het overige ongerond te verklaren.
3. Tot de volgende wijzigingen in de toelichting van het bestemmmingsplan 'Buitengebied Teteringen,
uitbreiding sportpark':
a. paragraaf 3.1.2 Paraplunota ruimtelijke ordening komt te vervallen;
b. paragraaf Interimstructuurvisie is doorgenummerd naar 3.1.2;
c. paragraaf 3.1.1 Verordening ruimte is aan Hoofdstuk 3 Ruimtelijk beleid toegevoegd, luidend:
"Vanaf 1 juni 2010 geldt de provinciale Verordening ruimte (fase 1). Deze verordening geldt voor
de Brabantse gemeenten als kader voor het opstellen van ruimtelijke plannen en bevat regels
voor:
1. Regionaal perspectief voor wonen en werken
2. Ruimte-voor-ruimteregeling;
3. Groene hoofdstructuur-natuur en Ecologische hoofdstructuur;
4. Bescherming tegen wateroverlast en overstromingen;
5. Grond- en oppervlaktewatersysteem;
6. Land- en tuinbouw.
Uit de bijbehorende kaarten wordt opgemaakt dat de sportvelden binnen het
'Extensiveringsgebied West-Brabant' gelegen zijn. In een dergelijk gebied mogen geen nieuwe
intensieve veehouderijen worden gevestigd. Hiervan is in het geval van voorliggend
bestemmingsplan geen sprake.
Ten tweede dient te worden geconcludeerd dat de sportvelden buiten de ecologische
hoofdstructuur (EHS) gesitueerd zijn. Het bos ten zuiden en ten oosten van de sportvelden ligt wel
in de EHS.
Vanuit de Verordening ruimte gelden daarom geen beperkingen voor het omzetten van het
agrarische land naar voetbalvelden.
Desalniettemin wordt het sportpark (zijnde een stedelijke functie) uitgebreid in voormalig agrarisch
gebied. Op gemeentelijk niveau is daarom sprake van een rood-met-groenkoppeling. Zie hiervoor
paragraaf 3.2.2."
d. In paragraaf 4.2 Planbeschrijving de volgende tekst te laten vervallen:
"Middels een ontheffing in dit bestemmingsplan kunnen lichtmasten worden geplaatst tot
maximaal 18 meter hoog bij de sportvelden en maximaal 8 meter hoog bij de parkeerplaatsen.
Een voorwaarde hiervoor Is het uitvoeren van een lichtonderzoek."
e. Paragraaf 8.2.1 aan te passen aan de reacties uit het vooroverleg luidende:
"Er heeft vooroverleg plaatsgevonden. Het ontwerpbestemmingsplan is met de start van de
procedure opgestuurd naar:
1Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant;
2. Waterschap Brabantse Delta.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben op 12 mei 2010 per e-mail laten weten geen
inhoudelijke opmerkingen te hebben op het bestemmingsplan.
Voor de opmerkingen van Waterschap Brabantse Delta wordt verwezen naar paragraaf 5.8 van
deze toelichting.