Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 37305] Agendapuntnummer: 1k Aantal bijlagen. Onderwerp Elfde wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2004. Voorgesteld besluit 1 Instemmen met inliggende tussentijdse wijziging van de Algemeen Plaatselijke Verordening Breda 2004 waarbij de toelichting bij artikel 2.3.13 APV Breda 2004 wordt vervangen door de navolgende tekst: Vaak zal binnen een grotere groep overlastveroorzakers een beperkte groep mensen starten met de overlast. Anderen nemen dat gedrag dan over. Als de initator niet aanwezig is neemt vaak ook de overlast gelijk af. Er is dan ook behoefte om overlastveroorzakers voor enige tijd uit het betreffende gebied te kunnen weren. Dat kan met een zogenaamde 'verblijfsontzegging De effecten van dit artikel kunnen diep ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer. Er dient dan ook terughoudend mee te worden omgegaan. Er is geen sprake van een strafrechtelijke maatregel. Het betreft een bestuurlijke maatregel ter bescherming van de openbare orde. Negeren van een bevel is gesanctioneerd in artikel 184 van het wetboek van Strafrecht. De burgemeester heeft op basis van dit artikel de mogelijkheid ernstige overlastveroorzakers uit een aangewezen gebied te weren. De maatregel is een middel om overlast in een gebied tegen te gaan en wordt ingezet als andere middelen niet toereikend zijn. Daarbij moet worden gedacht aan die situaties waarin het uitdelen van waarschuwingen, het geven van aanwijzingen en het uitdelen van bekeuringen door de politie niet leidt tot afname van de overlast. Het verblijfsverbod wordt opgelegd voor feiten die leiden tot verstoring van de openbare orde. Het is niet doorslaggevend of de feiten op straat plaatsvinden, maar er moet wel een relatie zijn met de openbare orde. Zo zullen bedreigingen in een winkel of een inloopcentrum wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan een verblijfsontzegging. Tevens kunnen strafbare feiten die zich afspelen in een voor pubiek toegankelijke inrichting de basis zijn voor een verblijfsontzegging. De burgemeester legt in beleidsregels vast op welke wijze hij uitvoering geeft aan zijn bevoegdheid. Zoals in het artikel is aangegeven is de maximale duur van een verblijfsverbod 12 weken. De duur waarvoor een verblijfsverbod door de burgemeester wordt opgelegd wordt gerelateerd aan de ernst van het geconsateerde feit. Daarbij moet er een relatie zijn met de aangewezen gebieden. Dit wordt nader uitgewerkt in de beleidsregels. 2. De onder punt 1 bedoelde wijziging kan worden aangehaald als de elfde wijziging van de Algemeen Plaatselijke Verordening Breda 2004 en treedt in werking één dag na bekendmaking. Op 1 september 2010 is de Wet Maatregelen Bestrijding Voetbalvandalisme en Ernstige Overlast (ook wel de 'Voetbalwet') in werking getreden. In deze wet zijn nieuwe bevoegdheden geregeld voor zowel de burgemeester (gebiedsverbod, groepsverbod, meldplicht, zorgbevel) als de officier van justitie (gedragsaanwijzing). De nieuwe bevelsbevoegdheid in artikel 172a Gemeentewet creëert een wettelijke basis voor een bevel van de burgemeester voor de duur van maximaal drie maanden met de mogelijkheid deze driemaal opnieuw met drie maanden te verlengen. Het betreft een aparte bevelsbevoegdheid voor situaties waarin sprake is van ernstige en structurele (groepsgewijze) overlast. Deze bevelsbevoegdheid is bedoeld ter aanvulling op de "lichte" bevelsbevoegdheid zoals opgenomen in de Algemeen Plaatselijke Verordening. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 73