Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 37305]
De wijze waarop de burgemeester gebruik maakt van deze nieuwe bevelsbevoegdheid in artikel 172a
Gemeentewet legt hij vast in beleidsregels. Deze worden momenteel voorbereid en worden na vaststelling
bekend gemaakt. Zoals aangegeven zijn de nieuwe bevelsbevoegdheden bedoeld als aanvulling op de
huidige bevoegdheid van de burgemeester in artikel 2.3.13 van de Algemeen Plaatselijke Verordening
Breda 2004 om een verblijfsontzegging (voor een bepaald gebied) op leggen. Ook de wijze waarop de
burgemeester gebruik maakt van deze wordt in beleidsregels nader toegelicht.
Om de beleidsregels op basis van artikel 172a gemeentewet en de beleidsregels op basis van artikel
2.3.13 APV Breda 2004 goed op elkaar aan te kunnen laten sluiten is een wijziging in de toelichting bij
artikel 2.3.13 van de APV Breda 2004 wenselijk. De bepaling en daarmee de bevoegdheid van de
burgemeester zoals in de APV verwoordt blijft dus ongewijzigd.
Beoogd effect van het besluit
Het wijzigen van de toelichting bij artikel 2.3.13 APV Breda 2004 en daarmee mogelijk maken van een
betere aansluiting van de uitoefening van de bevoegdheden op basis van de artikel 2.3.13 APV Breda
2004 (verblijfsontzeggingen) en artikel 172a gemeentewet.
Uitvoering van het besluit
De voorgestelde wijziging van de Algemeen Plaatselijke Verordening heeft betrekking op de toelichting bij
artikel 2.3.13 APV Breda 2004. De tekst van het artikel blijft ongewijzigd. Alleen de toelichting bij het
artikel komt te vervallen en wordt vervangen door onderstaande tekst.
Argumenten
Artikel 2.3.13 APV Breda 2004 kent een bevoegdheid toe aan de burgemeester om aan personen in het
belang van de openbare orde een verblijfsontzegging op te leggen. Deze persoon is dan verplicht zich te
verwijderen en verwijderd te houden gedurende een door de burgemeester aangegeven tijd uit een door
de burgemeester aangewezen gebied. De duur van een dergelijke verblijfsontzegging mag maximaal 12
weken zijn.
Met de inwerkingtreding van de nieuwe Voetbalwet heeft de burgemeester in de artikelen 172a en 172b
Gemeentewet nieuwe bevelsbevoegdheden gekregen. Op basis van artikel 172a Gemeentewet kan de
burgemeester gebiedsverboden opleggen voor de duur van maximaal drie maanden. Dit kan drie keer
worden verlengd met drie maanden tot een duur van maximaal 12 maanden. Dit is dus een 'zwaardere'
bevoegdheid dan de bevelsbevoegdheid in artikel 2.3.13 APV Breda 2004.
Het is gebruikelijk dat de burgemeester op basis van de Awb in beleidsregels aangeeft hoe hij uitvoering
geeft aan deze bevoegdheden. Daarbij is de burgemeester gehouden aan de beginselen van behoorlijk
bestuur uit de Awb en jurisprudentie. Bij het opnemen van artikel 2.3.13 in de APV Breda 2004 is in de
toelichting bij dit artikel een uitvoerige uiteenzetting gegeven op basis van wat toen in de jurisprudentie
bekend was. Deze tekst is feitelijk vertaald naar de beleidsregel die nu op basis van artikel 2.3.13 APV
Breda 2004 door de burgemeester is vastgesteld voor het gebied Valkenberg-Station (VAST). Dit is in
Breda tot nu toe het enige gebied waarvoor een beleidsregel is vastgesteld. Overigens is naast enkele
waarschuwingen in Breda tot op heden nog geen verblijfsverbod opgelegd.
Als gevolg van de inwerkingtreding van de 'Voetbalwet' wordt gewerkt aan een beleidsregel waarin wordt
aangegeven hoe de burgemeester gebruik maakt van deze bevoegdheid. Omdat de bevelsbevoegdheid
van de 'Voetbalwet' aanvullend is op de bevoegdheden van de burgemeester tot het opleggen van
verblijfsontzeggingen en stadionomgevingsverboden is het gewenst dat de beleidsregels van beide
bevoegdheden goed op elkaar aansluiten. Daarom wordt ook gewerkt aan een nieuwe beleidsregel op
basis van artikel 2.3.13 APV. Daarnaast zijn er een paar praktische knelpunten bij het kunnen toepassen
van de 'lichte' bevoegdheid. Vooral daar waar er te veel tijd ligt tussen het opleggen en het uitreiken van
het bevel. Dit speelt vaak bij personen zonder vaste woon- en verblijfsplaats (VAST). Deze tijd gaat nu af
van de duur van het verblijfsverbod. Bij kortdurende verblijfsverboden (twee weken) levert dit problemen
op om de maatregel effectief te kunnen toepassen. Tot slot staan er in de tekst van de toelichting bij
artikel 2.3.13 APV Breda 2004 uitgangspunten waar de Awb al in voorziet en is ook een opsomming
opgenomen van concrete artikelen van strafbare feiten. Dit laatste hoort thuis in de beleidregel. Dit maakt
het ook mogelijk sneller veranderingen in artikelen mee te nemen.
-2-