Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 37305]
Aantal bijlagen:
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet;
besluit:
1De toelichting bij artikel 2.3.13 van de Algemeen Plaatselijke Verordening Breda 2004 te vervangen
door de navolgende tekst:
Vaak zal binnen een grotere groep overlastveroorzakers een beperkte groep mensen starten met de
overlast. Anderen nemen dat gedrag dan over. Als de initator niet aanwezig is neemt vaak ook de
overlast gelijk af. Er is dan ook behoefte om overlastveroorzakers voor enige tijd uit het betreffende
gebied te kunnen weren. Dat kan met een zogenaamde 'verblijfsontzegging'. De effecten van dit
artikel kunnen diep ingrijpen in de persoonlijke levenssfeer. Er dient dan ook terughoudend mee te
worden omgegaan. Er is geen sprake van een strafrechtelijke maatregel. Het betreft een bestuurlijke
maatregel ter bescherming van de openbare orde. Negeren van een bevel is gesanctioneerd in artikel
184 van het wetboek van Strafrecht.
De burgemeester heeft op basis van dit artikel de mogelijkheid ernstige overlastveroorzakers uit een
aangewezen gebied te weren. De maatregel is een middel om overlast in een gebied tegen te gaan
en wordt ingezet als andere middelen niet toereikend zijn. Daarbij moet worden gedacht aan die
situaties waarin het uitdelen van waarschuwingen, het geven van aanwijzingen en het uitdelen van
bekeuringen door de politie niet leidt tot afname van de overlast.
Het verblijfsverbod wordt opgelegd voor feiten die leiden tot verstoring van de openbare orde. Het is
niet doorslaggevend of de feiten op straat plaatsvinden, maar er moet wel een relatie zijn met de
openbare orde. Zo zullen bedreigingen in een winkel of een inloopcentrum wel degelijk relevant zijn
voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan een verblijfsontzegging. Tevens kunnen
strafbare feiten die zich afspelen in een voor pubiek toegankelijke inrichting de basis zijn voor een
verblijfsontzegging.
De burgemeester legt in beleidsregels vast op welke wijze hij uitvoering geeft aan zijn bevoegdheid.
Zoals in het artikel is aangegeven is de maximale duur van een verblijfsverbod 12 weken. De duur
waarvoor een verblijfsverbod door de burgemeester wordt opgelegd wordt gerelateerd aan de ernst
van het geconsateerde feit. Daarbij moet er een relatie zijn met de aangewezen gebieden. Dit wordt
nader uitgewerkt in de beleidsregels.
2. De onder punt 1 bedoelde wijziging kan worden aangehaald als de elfde wijziging van de Algemeen
Plaatselijke Verordening Breda 2004 en treedt in werking één dag na bekendmaking.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 16viecember 2010
voorzitter.
-1