DE HEER AARTSEN:
Inderdaad, ik denk dat het goed is om goed te kijken naar het subsidiestelsel in Breda, met name
op het gebied van welzijn. Ook als VVD willen wij daar graag vernieuwingen in aanbrengen.
Ik heb een verhelderende vraag aan de Partij van de Arbeid over die verandering daarin, want ik
denk dat het goed is om te kijken om bepaalde zaken anders te doen. Maar gezien de
bezuinigingsopgave waar we voor staan, bent u dan ook bereid om te kijken of we per definitie
dingen ook minder moeten doen, in deze verandering van het subsidiestelsel?
DE VOORZITTER:
U vraagt wat er dan minder kan? Op inhoud? Is dat uw vraag?
DE HEER AARTSEN:
Ja, onder andere. Door de Partij van de Arbeid wordt aangegeven dat het anders moet. Maar
impliceert dat dan ook dat het minder moet? En al helemaal in het kader van deze 10 miljoen
bezuinigingsopgave.
DE VOORZITTER:
U vraagt een iets meer inhoudelijke argumentatie?
MEVROUW HEERKENS:
Volgens mij heeft de VVD, zoals anderen ook net bij buitenruimte zo'n zelfde inslag hadden. Zo van
je kunt op een gegeven moment dingen anders doen en daarmee bijvoorbeeld achterstallig
onderhoud versterken of je kunt bijdragen aan de bezuinigingen. Ik heb gepleit om in dat
subsidiestelsel zeg maar vernieuwingen in te brengen waarin mensen ook die eigen
verantwoordelijkheid enthousiast op zich nemen omdat ze ook voor een deel ondersteund worden,
omdat ze een beroep kunnen doen op flexibel budget, niet meer op vaststaande bedragen.
Tegelijkertijd, er gaat in de begroting wel tientallen miljoenen om, ook bij die
vrijwilligersorganisaties en dat mag vanuit onze kant ook kritisch bekeken worden want we zitten
ook met een bezuinigingsopgave. Wij, maar dat doen we op een ander moment, gaan het nog wel
over die omvang met hen hebben en over het feit of je op dit terrein wel 5 miljoen structureel
moet bezuinigen en op wat voor manier, maar dat je op een andere manier ook beide belangen
kunt dienen, en vernieuwingen en bezuinigingen. Dat is volgens mij wat er voor onze
fractievoorzitter juist ook in haar verhaal heel duidelijk naar voren heeft gebracht.
DE VOORZITTER:
Is dat antwoord voor u bevredigend, mijnheer Aartsen? Oké.
Mijnheer Akinci, GroenLinks.
DE HEER AKINCI:
Misschien ook nog even inhakend op die vraag van de heer Aartsen, ik heb in de eerste termijn ook
al gezegd dat op het gebied van welzijn, - laten we dan even dat stukje van de subsidiemachine er
uit pakken -, dat daar een focus moet plaats vinden, een focus op arbeid, een focus op onderwijs,
banen in plaats van barbecues, om het zo maar te zeggen. Verder kan je in het hele welzijnsbeleid
natuurlijk meer gaan tenderen en daarmee de vanzelfsprekende positie van de welzijnsmonopolist
in deze stad doorbreken. En het experiment, - the name that should not be named, leek het net
wel -, ik wil het wel even bij naam noemen, gewoon: het Fonds Maatschappelijk Ontwikkeling, wat
een experiment was in de vorige periode en waar inderdaad een flink budget aan vast hing, maar
wat als experiment op zich geslaagd is omdat de bedoeling daarvan was: kunnen wij zaken op het
gebied van welzijn op een andere manier organiseren? Kleinschalig, 'tendermate' dus in buurten en
wijken, precies gemaakt op de behoeften die er voor een aantal individuen speelt. Er wordt hier al
gemompeld dat niet alle projecten succesvol waren. Dat klopt, maar een experiment bestaat bij de
gratie van het feit dat er dingen mogen falen. En wat het in ieder geval heeft aangetoond, is dat
een aantal projecten binnen het FMO lering zouden kunnen zijn voor het vormgeven van wat net
D66 zei, Welzijnsbeleid 2.0 is geweest. Dat geldt niet voor al die projecten. Maar uit een aantal
projecten kunnen we wel degelijk lering trekken. En die kunnen dus in de plaats komen van
projecten nu van hele grote welzijnsinstellingen met heel veel overhead. En volgens mij is dat een
beetje de nieuwe visie, een soort hybride partnerschap tussen overheid, instellingen en
particulieren die je op dit punt ook zou kunnen doorvoeren.
MEVROUW HEERKENS:
Voorzitter, zou ik een korte interruptie of naruptie mogen plaatsen?
De heer Akinci zei ook even: geen barbecues, nee, ik ben het al kwijt...