betekent wel dat mensen zelf geraakt kunnen worden omdat je niet weet hoe de huizenprijs zich ontwikkelt door een hogere aanslag in hun beeld. Dan kunnen wij wel zeggen dat wij hem gelijk houden. Maar als je huis in waarde daalt, wordt dat 'gecompenseerd' met een hoger tarief. En als we in Breda een algemene daling zien van de WOZ waarde van 1,7 wordt dat dan niet met 1,7 ook mee naar beneden geholpen voor die mensen? Het is dus niet zo dat daar niks op gebeurt. Helaas, vanwege de marktontwikkelingen. En daarnaast, ja sterkste schouders, zwaarste lasten. Zolang in dit land 80% van de belasting door 20% van de mensen wordt opgehoest, denk ik dat we daar een mooie balans in gevonden hebben. En de afvalstoffenheffing, ja daar ben ik inderdaad wat instemmender in. Er zijn verschillende vormen van milieuvriendelijkheid. Wij kiezen nu wel heel erg voor de meest 'boomknuffelaarvriendelijke' vorm. Onze partij zou daar met behoud van het goede wel wat aan minder kunnen brengen maar ik vrees dat als dat dan al leidt tot een lager tarief, dat dat opgaat aan de compensatie van de verhoging van de riooltarifering. Dus ik denk niet dat we daar veel geld in vrij spelen. DE VOORZITTER: Mijnheer De Beer van D66. DE HEER DE BEER: Ik was er in de eerste termijn al heel helder over dat, wat ons betreft, binnen deze 10 miljoen bezuinigingen gewoon geen OZB verhoging nodig is. Dit moet ons kunnen lukken als raad om dat zonder lastenverhoging te doen. Dan kan ik er nog wel twee specifieke punten bij maken naar aanleiding van deze discussie. Als we het over de afvalstoffenheffing hebben, dat moet allemaal kostendekkend gebeuren. Wij hechten veel waarde aan het dienstverleningsniveau. Wel denk ik, en dat is eigenlijk iets wat ik nu ter plaatse verzin, dat we over de hele organisatie kijken naar bedrijfsvoering en ik wil er wel zeker van zijn dat dat in die hoek ook gebeurt. Dat is dan een punt wat ik meeneem uit deze avond. En dan nog een laatste punt. Ik kan het eigenlijk niet anders formuleren. Onze fractie irriteert zich mateloos aan het landelijke beleid dat wij gestraft worden door het feit dat we de lasten beheersbaar proberen te houden. En het zou fijn zijn als het kabinet wat er nu zit, wat zo veel lief is om die lasten licht te houden, om dat eindelijk ook eens te regelen. Ik hoop dat eindelijk eens in Den Haag doordringt dat wij niet op die manier een prikkel krijgen om de lasten te verhogen. DE VOORZITTER: Dank u wel. Ik ga dit thema afsluiten met uw weivinden. Ik begrijp dat er nog wat huiswerk te doen is. DE HEER DIJKHOFF: Nog een vraag. Bij het thema staat een hele lijst aan dingen. En op uw verzoek hebben we ons in het begin beperkt tot de OZB. Ik heb ook nog wel een ei te leggen over toeristenbelasting. DE VOORZITTER: Gaat uw gang. DE HEER DIJKHOFF: In die zin dat we bij de OZB al moeite hebben met de willekeur van de grondslag, het voor ons bij toeristenbelasting nog veel moeilijker ligt omdat daar het idee is datje mensen belast die hier komen. Maar het is alleen maar op hotels. Ik vraag me sowieso af waarom je überhaupt toeristen zou willen belasten. Wees blij dat ze hier hun geld komen uitgeven en relatief weinig kosten veroorzaken. Maar het meeste van wat die mensen dan doen, is toch in de detailhandel en in de horeca en maar een beperkt deel zit in hotels. Dit zien wij dan echt, als je hem zo willekeurig pakt, echt alleen als een noodgreep van we hebben meer geld nodig dus we verzinnen maar een belasting voor mensen die toch niet op ons kunnen stemmen. DE VOORZITTER: Wie van de fractiewoordvoerders wil daarop reageren? Mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid. MEVROUW HAAGH: Ik wil daar nog wel op reageren. Als wij moeite doen om allerlei dingen in te brengen die ook onze inkomsten kunnen verhogen, en wat op zich geen gekke vragen zijn, want ik hoorde het GroenLinks eigenlijk in andere bewoordingen in de eerste termijn zeggen van ondernemers, toerisme, dient ook bij te dragen. Nou dan heeft hij het niet over belasting maar ook over het bijdragen. Nou, dit is ook een manier van bijdragen. Wij doen ons best om met goede alternatieven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 40