Uiteindelijk moeten we al die miljoenen toch structureel bezuinigen en om het huishoudboekje op
orde te krijgen zouden we uit de takendiscussie, - dat had in ieder geval de VVD gedacht -, toch
wel een miljoen of 10 moeten halen. De VVD is dan ook meer dan ooit overtuigd van de ernst van
de taak waar we voor staan. We hebben gewoon zware tekorten. We hebben wat ons betreft een
dichtgeslibd uitgavenpatroon hier in Breda. En we blijven ook van mening dat de oplossing wel
gezocht moet worden in minder uitgeven. Ten eerste omdat, ook in deze discussie, is gebleken dat
daar in Breda goede mogelijkheden voor zijn waar het inhoudelijk ook beter kan worden van een
slankere overheid. En ten tweede omdat meer binnenhalen vaak toch neerkomt op de rekening
verschuiven naar de belastingbetalers die zelf ook met de crisis te maken hebben.
Had de VVD een gesprek met de burger hard nodig om tot deze inzichten te komen? Ik zal eerlijk
zijn: nee. Iedereen zal hierin ook onze consistente liberale lijn herkennen. Hebben die gesprekken
een rol gespeeld? Jazeker. Ze waren voor onze fractie een serieuze test om te kijken waar
draagvlak voor is. We hadden goede hoop, - en dat is ook gebleken -, dat we steun zouden vinden
voor een lijn die eerder uitgaat van snoeien om te groeien, dan van lasten verzwaren om dezelfde
oude koers te blijven varen. In het jargon van het Stadserf hanteren we daar vaak de
verantwoordelijkheidsladder bij. Dat is een moeilijk woord zodat bestuurders en ambtenaren hier
kunnen praten over iets wat de Bredanaar al lang zelf weet: eerst doe ik het zelf, als het niet werkt
vraag ik mijn vrienden, werkt dat ook niet, zoek ik mensen met hetzelfde probleem om te kijken of
we het samen kunnen doen, en als dat allemaal ook niet werkt, dan loop je naar de gemeente. En
die gedachte moet dus ook voorop blijven staan bij alles wat we doen. Dereguleren spaart kosten
en geeft ruimte, of het nou gaat om welzijnswerk, subsidies, re-integratie, participatie,
gezondheidsprojecten. Het staat allemaal nog te veel in het teken van het oude denken, wat de
VVD betreft. Volgens de VVD kan de overheid daar meer ruimte teruggeven aan de Bredanaar.
Wat concretere voorbeelden uit het rapport, - zonder bedragen te noemen want dat zouden we
vandaag ook niet doen volgens mij -, zijn mensen die ook zeggen tijdens de takendiscussie: laat
die subsidievragers nou maar eens een keer helemaal opnieuw laten zien waarom het zo erg is als
het niet meer gebeurt in plaats van te schrijven waarom het leuk is als het wel zou kunnen. En wat
leggen mensen zelf nog bij? Is een subsidieproduct een succes omdat het goed is en bereikbaar
gemaakt of is het inmiddels zo populair omdat het gratis is en zou men zelf met een eigen bijdrage
er voor kiezen om het niet te doen? Waarom gaat mijn geld naar marktkramen? De tijd dat er
anders geen eten de stad in kwam, lijkt toch wel voorbij. Waarom moet ik bij een verbouwing langs
een kwartet ambtenaren? Waarom zijn er zoveel regels en toezicht? Kunnen we dat niet
dereguleren en kan die dakkapellenpolitie niet naar huis?
Sommige dingen doen we ook omdat het al jaren beleid is. En daar gaan we dan gewoon mee
door. Integratiebeleid, internationaal beleid, buurtbarbecues, extreem milieuvriendelijke
onkruidbestrijding. Doe eens net of het er niet is en kijk dan of je er mee zou beginnen. Dat waren
zinnige suggesties waar met de VVD zeker over te praten valt, niet alleen om het anders te doen,
maar ook om te vragen of we deze taken die ik net noemde, wei moeten blijven doen. En als
variant op de gevleugelde kreet, kwam dit allemaal een beetje naar voren. De kreet die bij mij
boven kwam, was de vraag: Is dit beleid, of is er ook over nagedacht?
Kortom, de VVD heeft de indruk dat de Bredanaar het niet zo'n hele grote ramp vindt als de
gemeente een stapje terug doet, dat het niet zozeer gezien wordt als afwentelen op, dan wel als
terug geven aan. En het mag qua taken wel een onsje minder wat ons betreft en dat komt heel erg
goed uit want financieel gezien hebben we geen andere keus.
DE VOORZITTER:
Dank u wel.
Dan is nu het woord aan mevrouw Haagh, Partij van de Arbeid.
MEVROUW HAAGH:
Met veel creativiteit, inspirerende ideeën en een goed besef van de financiën hebben Bredanaars
de afgelopen weken een bijdrage geleverd aan onze takendiscussie. En wij bedanken die betrokken
Bredanaars, maar ook de medewerkers van de griffie en de ambtenaren, voor de bijdragen aan het
proces. En zoals bekend, en zoals ook al eerder gezegd, focust de Partij van de Arbeid niet alleen
op de voorgestelde bezuinigingen van de coalitie, want de bedragen staan voor ons nog steeds ter
discussie. We kijken niet alleen naar het rijtje cijfers, want naast een bezuinigingsagenda moet er
een echte vernieuwingsagenda komen. En in de vorm van een concreet 10 puntenplan ga ik daar
zo meteen op terugkomen. Voor de Partij van de Arbeid is Breda een toekomstbestendige stad en
dat is een ongedeelde stad, een stad waarin mensen zich beloond voelen als ze hard werken, maar
ook een stad waarin de afstand tussen arm en rijk acceptabel blijft, zodat niet alleen in het
Ginneken de kansen voor het oprapen liggen, maar ook in Breda Noord. En met ons hamert ook
het strategisch beraad op het bewaken en het verkleinen van arm en rijk in Breda.