Voor de Partij van de Arbeid gelden daarom altijd, in goede en in slechte economische tijden, de
volgende vier voorwaarden. Allereerst de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Dat past
namelijk bij een sociale stad. En hiervan plukt uiteindelijk iedereen, ook iedereen, de vruchten. En
de tweede voorwaarde is datje kwetsbare mensen ontziet bij bezuinigingen. Voor mensen met een
gestapelde problematiek moeten alle zeilen bijgezet worden om juist hen er ook bij te houden.
Voorwaarde drie is dat beleid en voorzieningen op langere termijn ook gefinancierd kunnen
worden. Dus financieel gezond en financieel houdbaar. En punt vier: gemeente, inwoners,
bedrijven en organisaties zijn samen verantwoordelijk voor Breda. Een gemeente die regie voert,
die stimuleert, die vertrouwen geeft aan partners en die ruimte behoudt voor initiatieven. Dat is
daarvoor nodig. Zo zien wij een economisch en sociaal sterk Breda, nu maar ook in de toekomst.
En de bezuinigingen en de vernieuwingen moeten dan ook aansluiten bij die voorwaarden. Dat doet
het 10 puntenplan, wat ons antwoord is op de takendiscussie en de bezuinigingsvraagstukken.
Ons eerste punt van dat plan betreft de buitenruimte. Daar kan volgens de Partij van de Arbeid
structureel bespaard worden door enerzijds mensen in buurten en wijken zelf verantwoordelijk te
maken voor hun eigen stukje buitenruime en anderzijds door bij het beheer te kiezen voor schoon,
heel, veilig en functioneel in plaats van kwalitatief hoogwaardig.
Het tweede punt betreft de subsidies. Volgens ons is het hele subsidiestelsel aan vernieuwing toe,
dus niet alleen subsidies aan professionele organisaties, maar ook subsidies aan vrijwillige
organisaties. Die kunnen kritisch bekeken worden. Dat vraagt wel om een goede uitwerking met
aandacht voor die eerder genoemde basisvoorwaarden en flexibele ruimte voor initiatieven uit de
stad.
Punt drie. Ook financiële steun aan evenementen ontkomt niet aan een kritische blik. Voorwaarde
daarvoor is dat de gemeentelijke rol als facilitator wel helemaal op orde is. Dus een goed werkende
een loketfunctie, optimale dienstverlening, minder bureaucratie. Want dan kunnen organisatoren
van evenementen zich ook echt richten op een wervend programma en het halen van financiering
op de markt.
Het vierde punt heeft u al vaker gehoord van de Partij van de Arbeid. Wij vinden namelijk dat ook
cultuur moet bijdragen aan de bezuinigingen. En nu staan we ook nog eens voor de extra 10
miljoen voor deelname aan Brabant Culturele Hoofdstad. De Partij van de Arbeid is kritisch over die
deelname maar we geloven wel dat investeringen een economisch en maatschappelijk rendement
kunnen opleveren. Wat wij minimaal willen zien bij cultuur, is dat het geld voor Culturele Hoofdstad
wordt gefinancierd uit het bestaande cultuurbudget. Dat is net als in andere steden: bezuinigen op
lopende zaken om vervolgens deels terug te kunnen investeren in Culturele Hoofdstad.
Punt vijf is onderwijs. Iedere euro moet in onderwijs goed geïnvesteerd worden. En daarom willen
wij ook werk maken van de vlucht van scholieren uit de ene wijk naar de andere wijk. Want dan
moeten daar noodlokalen gebouwd worden. En dat geld besparen wij liever en stoppen wij liever in
een stevige onderwijsagenda.
Op het gebied van zorg en Wmo, ons zesde punt, zijn er al veel maatregelen genomen in de
afgelopen maanden. Maar het moet niet blijven bij die losse maatregelen. Voor echte vernieuwing
moet de belemmerende regelgeving, bijvoorbeeld de dure indicatiestelling, anders. Meer
verantwoordelijkheid op de werkvloer zelf, met regie vanuit de overheid. Daardoor komt geld vrij
om de tekorten bij de Wmo mee op te vangen en geld voor innovatie, het voorkomen van
eenzaamheid bij ouderen en mensen met een beperking.
Punt zeven. Het werd zojuist ook al even genoemd in een andere context: de lastendruk. Financieel
zijn er namelijk grenzen aan hervormingen van de zorg. En de Partij van de Arbeid vindt dat
wanneer de basiskwaliteit van de zorg in onze stad wordt aangetast, dat dan een verhoging van de
OZB mogelijk moet zijn. Mensen zijn namelijk bereid om 20,- meer te betalen als daar goede
zorg tegenover staat. Die discussie durven en willen wij voeren. Om de stijging van de totale
lastendruk te beperken, stellen wij ook voor om de luxe uit het huidige niveau van de
Afvalstoffenservice te halen, zodat daarmee de afvalstoffenheffing naar beneden kan.
Punt acht, accommodaties. Wij vinden het acceptabel om het aantal gesubsidieerde accommodaties
kritisch te bekijken. Dat zul je gebiedsgewijs moeten doen, kijkend naar de intensiteit en de
diversiteit van gebruik en kijkend naar de mogelijkheden om de activiteiten elders op te vangen.
Door multifunctioneel gebruik van gebouwen moet het mogelijk zijn om accommodaties af te
stoten.
Naast de focus op wat er minder kan, moet je ook goed kijken naar hoe we meer inkomsten
kunnen genereren als gemeente. En dat is ons negende punt. Mogelijkheden zien wij in het
invoeren van toeristenbelasting, de verkoop van snippergroen, verhuren van specialistische
gemeentelijke kennis, verkoop van gemeentelijke panden, de OZB en bijvoorbeeld ook meer
reclame inkomsten.
Tot slot punt 10. De Partij van de Arbeid denkt dat er boven op de huidige taakstelling van de
interne bedrijfsvoering, meer mogelijk is. Bijvoorbeeld door samenvoeging van afdelingen,
onderzoeken voor privatisering, meer regionale ambtelijke samenwerking, meer welstandsvrij