Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 36956] Ten tweede is een aanleiding dat voor het bedrijventerrein Hazeldonk een revitaliseringsplan is opgesteld en reeds in gang is gezet. Om deze beoogde revitalisering op een goede manier door te kunnen voeren is het van belang om het bestemmingsplan te vernieuwen en ontwikkelingsmogelijkheden te scheppen die aansluiten op de doelstellingen van het plan. Ten derde is het belangrijk dat de bijzondere positie van het bedrijventerrein Hazeldonk, als centrum voor logistiek en transport, verder wordt versterkt en dat het bedrijventerrein nog nadrukkelijker wordt gepositioneerd voor alleen deze sectoren. Tevens wordt extra aandacht besteed aan de beeldkwaliteit van de bebouwing aan de kant van de A16. Tenslotte speelt er een aantal ontwikkelingen die binnen het bestemmingsplan mogelijk moeten worden gemaakt. Specifiek betreft het de herontwikkeling van het douane-emplacement tot een beveiligd parkeerterrein met een voorzieningencentrum voor vrachtwagens en chauffeurs. Daarnaast betreft het de realisatie van drie windturbines parallel aan de Rijksweg A16. Het ontwerpbestemmingsplan Hazeldonk heeft van 17 juni tot en met 28 juli 2010 voor een ieder ter inzage gelegen. Naar aanleiding daarvan zijn 3 zienswijzen ingediend. Zienswijzen Er zijn schriftelijke zienswijzen ingediend door: I. LoodetB.V.; II. Avera B.V.; III. Commando Dienstencentra van het Ministerie van Defensie. Ontvankelijkheid zienswijzen De zienswijzen zijn binnen de zienswijzentermijn ontvangen en ontvankelijk. I. Loodet B.V. In de zienswijze van Loodet B.V. van 5 juli 2010 wordt aangegeven dat zij vrezen dat op de windmolens net als op Belgisch grondgebied een fel knipperlicht zal worden geplaatst. Zij verwachten op donkere dagen en in de avond en nacht hiervan hinder te ondervinden. Naar aanleiding van deze zienswijze is telefonisch contact opgenomen met het bedrijf waarbij is aangegeven dat op de windturbines die mogelijk worden gemaakt door middel van het bestemmingsplan Hazeldonk geen knipperlicht zal worden geplaatst, aangezien dit conform de Nederlandse wet- en regelgeving niet verplicht is. Dit is voor Loodet B.V. aanleiding geweest om de zienswijze bij brief van 27 juli 2010 in te trekken. De overige zienswijzen zijn hierna samengevat weergegeven. Dit betekent niet dat die onderdelen die niet expliciet worden genoemd, niet in de beoordeling zijn betrokken. De zienswijzen zijn in hun geheel beoordeeld. Tevens wordt aangegeven in hoeverre de zienswijze gegrond of ongegrond is alsmede of en hoe de zienswijze verwerkt is in het bestemmingsplan. II. Avera B.V. 1Avera is tegen de bouw van windmolens omdat: a. twee windmolens worden gebouwd in het water, hetgeen verspilling van gemeenschapsgeld is* b. de verkeersveiligheid door een constante stroom van verkeer onder de windmolens gevaarlijke situaties al opleveren; c. windmolen 1 staat midden in een trek- en rustplaats van vogels, terwijl de windmolens 2 en 3 bij een onderdeel van de GHS staan; d. in de risicoanalyse is geen rekening gehouden met de aanwezigheid van bedrijfswoningen, het plaatsgebonden risico voor de bedrijfswoningen en bedrijfspanden is groter dan wettelijk is toegestaan; e. door de windmolens de bedrijfspanden in waarde zullen verminderen; 2. Daarnaast is Avera van mening dat in het ontwerpbestemmingsplan sprake is van een beperking van vestigingsmogelijkheden, hetgeen ongewenst is. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 35