Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 37694]
a.
b.
Reclamante Thes is eigenaar/verhuurder van de onroerende zaak Speelhuisplein 12 of ook wel
bekend als Oude Terheijdenseweg 18. Het perceel is gelegen in het bestemmingsplan
'Stationskwartier' en is de supermarkt feitelijk onder de overgangsbepalingen gebracht. Detailhandel
is ter plaatse op basis van voornoemd bestemmingsplan met meer mogelijk^
Reclamante vraagt zich af waarom twee aparte bestemmingsplannen, Stationslaan en OVTC,
worden gemaakt terwijl er toch een duidelijke samenhang is tussen deze twee gebieden
Vermoedt dat dit niet is ingegeven vanuit een goede ruimtelijke ordening maar meer vanuit ee
praktische en organisatorische insteek. Reclamante betwijfelt of dit een afdoende motivering is
l'n het;6Destem^ing^an'woreJt'^erf rekening gehouden met de aanwezigheid van de supermarkt
ter plaatse. Er wordt geen rekening gehouden met het feit dat de supermarkt ter plaatse aanwezig
is en vooralsnog ter plaatse aanwezig blijft en er wordt ook geen rekening gehouden met de,
blijkens het inmiddels gestarte overleg, gewijzigde standpunt dat de supermarkt ter plaatse
D^bereikbaarheid^/an de supermarkt wordt met beide plannen volstrekt onmogelijkst alleen
voor de aanleg van de Stationslaan maar ook voor de inrichting en vormgeving van de
Stationslaan is een gedeelte van het perceel nodig en deze voorzieningen zullen,de
bereikbaarheid van de supermarkt volledig teniet doen. Verzocht wordt dan ook de plannen
zodanig aan te passen dat de supermarkt te allen tijde goed bereikbaar blijft voor haar klantem
Reclamante vraagt zich af of de plannen financieel uitvoerbaar zijn. In de plannen wordt hierop
wel inqegaan maar wordt geen onderbouwing gegeven via ramingen, begrotingen,
overeenkomsten enzovoorts. Reclamante vraagt zich zelfs af of hier geen sprake is van
ongeoorloofde staatssteun nu bijvoorbeeld bouwrijpe grond wordt verkocht aan een
ontwikkelende partij tegen residuele waarde. Voorts is onduidelijk voor welke doeleinden
subsidies zullen worden gebruikt en zullen nog gronden aangekocht moeten worden waarvan de
financiële consequenties niet inzichtelijk zijn.
Reclamante heeft ook bezwaar tegen de bestemming 'Gemengd in de bei wprznrht
bestemmingsplannen. Hierin worden ook mogelijkheden gegeven voor detailhandel. Verzocht
wordt de mogelijkheid tot vestiging van nieuwe supermarkten te beperken en slechts
detailhandelsvestigingen van beperkte omvang toe te laten.
Reclamante wil ook kanttekeningen plaatsen bij de plannen als het gaat om geluid. Opdiv
plaatsen worden de hoogst toelaatbare waarden voor ontheffing overschreden en wordt de schjn
qewekt dat er geen garantie is voor een goed woon- en leefklimaat. Reclamante vraagt zich oo
af of aan het ontheffingenbeleid Wet geluidhinder van de gemeente Breda wordt v°ldaari
Reclamante geeft aan dat de indruk bestaat dat uitsluitend is getoetst ten aanzien van N02 en
h Reclamante geeft aan dat het onduidelijk is hoe aan de retentieopgave voor water wordt voldaan
naar aanleiding van de toename van het verhard oppervlak. Blijkbaar wordt daar nog onderzoek
j Recla^ante stelt dat de onderzoeken in het kader van externe veiligheid niet ter inzage hebben
gelegen. De risicoanalyse Basisnet Spoor zou van belang zijn. Hoe die tot stand is gekomen blijft
onduidelijk Het heeft er alle schijn van dat met verouderde gegevens is gewerkt Er had met
nieuwere gegevens moeten worden gerekend. De plannen lijken voor wat het plaatsgebonden
risico betreft niet te voldoen aan de eisen van Basisnet Spoor. Vraagt zich verdler af waar de
conclusie dat in de toekomst het groepsrisico daalt tot onder de orientatiewaarde op is gebaseerd.
Dit geldt ook voor het plaatsgebonden en groepsrisico als gevolg van de aardgastransportleiding.
r0Vooropgesteld moet worden dat de supermarkt van Albert Heijn in het Inmiddels onhmoepelijk
qeworden bestemmingsplan Stationskwartier wegbestemd is en de locatie geheel buiten het
Dlanqebied van het bestemmingsplan OVTC is gelegen. Wat de begrenzing van
bestemmingsplannen betreft, komt volgens vaste jurisprudentie aan de raad een ruime mate van
beleidsvrijheid toe. Omdat het OVTC op basis van het bestemmingsplan Stationskwartier al
grotendeels gerealiseerd kon worden, zijn de ruimtelijke consequenties van het onderhavige
bestemmingsplan OVTC, zeker aan de noordzijde, gering ten opzichte van het vigerende
planologisch regime. Bovendien heeft de raad op 15 juli 2010 besloten om op de realisatie van
het OVTC, waarvan de planvorming al vergevorderd was, de gemeentelijke coordina ierege ing
van toepassing te verklaren. Om die reden hebben het ontwerpbestemmingsplan en de
ontwerpbouwvergunning tegelijk ter inzage gelegen.
9-
-7-