Gemeente Breda
11. AM Grondbedrijf B.V.
Samenvatting zienswijze
Het bestemmingsplan wijkt ter hoogte van het projectgebied Drie Hoefijzers Noord af van de met de
gemeente gesloten raamovereenkomst. Hiermee wordt substantieel inbreuk gemaakt op het
eigendomsrecht en ontwikkelingsmogelijkheden van dit gebied. Een en ander is in ieder geval niet
afgestemd met reclamante. Tijdens de inspraak is door de gemeente wel aangegeven dat er een
aanvullende grondruil benodigd is maar de noodzaak hiertoe is niet gemotiveerd. Hierover heeft
echter nog geen enkel overleg plaatsgevonden. Geeft aan wel de bereidheid te hebben tot
overeenstemming hierover te komen maar alleen als in termen van redelijkheid de ontwikkeling van
het gebied overeenkomstig de raamovereenkomst doorgang kan vinden. Maakt vooralsnog bezwaar
tegen het plan omdat onzeker is of de genoemde planontwikkeling met de benodigde ontsluiting
redelijkerwijs kan worden gerealiseerd.
Beoordeling
De raamovereenkomst Drie Hoefijzers 2005 omvat onder meer een grondruil die de realisatie van de
Stationslaan deels mogelijk maakt. Gebleken is dat, in verband met nieuwe inzichten over het profiel,
aanvullend op deze grondruil een additionele grondruil noodzakelijk is voor het huidige ontwerp van
de Stationslaan. In beginsel streeft de gemeente Breda er naar met de eigenaar over deze
aanvullende grondruil tot minnelijke overeenstemming te komen. De onderhandelingen zijn inmiddels
gestart.
Raadsvoorstel Registratienr: 37694]
Conclusie
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
12. N.V. Nederlandse Gasunie
Samenvatting zienswijze
Reclamante geeft aan dat in het gebied nog een regionale aardgasleiding is gelegen welke niet in het
plan is opgenomen. Verzoeken deze leiding alsnog in het plan op te nemen. Er wordt op dit moment
wel overleg gevoerd om deze leiding te verwijderen. Voorgesteld wordt in het plan een
wijzigingsbevoegdheid op te nemen waarmee deze leiding uit het plan kan worden verwijderd als
inderdaad wordt besloten dat deze komt te vervallen.
Volgens de laatste gegevens van de Gasunie wordt de betreffende leiding in juni 2011 buiten bedrijf
gesteld, zodat in het plan geen rekening meer behoeft te worden gehouden met deze
aardgastransportleiding en deze in zijn geheel uit het plan is verwijderd.
Conclusie
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
13. W. de With, L. Buitink en H. Kwisthout
Samenvatting zienswijze
Maken bezwaar tegen de geplande hoogte van de bebouwing gelegen tussen de Stationslaan en de
Kievitstraat. Deze bebouwing zal naast verlies aan privacy en uitzicht voor reclamanten nadelige
gevolgen hebben voor de bezonning van de woningen van reclamanten. Uit de
bezonningsdiagrammen kan worden afgeleid dat vanaf eind september tot april geen zonlicht in de
voortuinen en woon- en slaapkamer binnen zal komen. Gezien de ligging van de achtertuinen op het
noorden is dat een onacceptabele verslechtering van de situatie. Een en ander zal ook invloed
hebben op de waarde van de woning. Planschade lijkt reclamanten dan ook een minimale
tegemoetkoming in het verlies aan waarde en woongenot.
Beoordeling
Zoals in de toelichting van het bestemmingsplan al is aangegeven, vormt het verlies aan uitzicht in het
stedelijk gebied geen zwaarwegend planologisch criterium. Bovendien moet hier de feitelijke situatie
niet worden verward met de vigerende juridische situatie.
-15-
w