Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 37693]
Omdat het OVTC op basis van het bestemmingsplan Stationskwartier al grotendeels gerealiseerd
kon worden, zijn de ruimtelijke consequenties van het onderhavige bestemmingsplan OVTC,
zeker aan de noordzijde, gering ten opzichte van het vigerende planologisch regime. Bovendien
heeft de raad op 15 juli 2010 besloten om op de realisatie van het OVTC, waarvan de
planvorming al vergevorderd was, de gemeentelijke coördinatieregeling van toepassing te
verklaren. Om die reden hebben het ontwerpbestemmingsplan en de ontwerpbouwvergunning
tegelijk ter inzage gelegen. Nu het ontwerpbestemmingsplan Stationslaan eveneens tegelijk ter
inzage heeft gelegen en ook de vastgestelde plannen tegelijk ter inzage gelegd zullen worden,
valt niet in te zien waarom reclamanten die tegen beide ontwerpplannen zienswijzen ingebracht
hebben, in hun belangen zouden (kunnen) zijn geschaad.
b. De financiële haalbaarheid wordt in het bestemmingsplan besproken op hoofdlijnen, de
gevraagde gedetailleerde onderbouwingen worden niet opgenomen in het bestemmingsplan
omdat die veelal niet openbare stukken betreft tussen gemeente en diverse private partijen
waarvan het ook niet de bedoeling is dat deze stukken openbaar worden. De financiële
haalbaarheid van het project wordt periodiek bewaakten er zijn afspraken gemaakt tussen de
participanten over de verdeling van de kosten en risico s. Op basis van deze periodieke bewaking
heeft ieder van de participanten zijn benodigde financiële middelen gereserveerd o.a. door
subsidies, verkoop/verhuurinkomsten of reserveringen uit de algemene middelen. De zorg voor
ongeoorloofde staatssteun is onterecht. De samenwerking tussen de participanten is zo ingericht
dat er vanuit de private ontwikkelingen een maximale bijdrage wordt gegenereerd voor de
publieke voorziening namelijk de 'vervoersfuncties' van het OV-terminalcomplex. Daarbij zijn de
bijdrages inmiddels vastgelegd. Om deze bijdrages te bepalen is in het verleden de methodiek
van residuele grondwaarde bepaling gebruikt om juist de maximale marktwaarde van de
gronden/ontwikkelrechten te bepalen. Naast bijdrages uit de gronden/ontwikkelrechten worden er
ook diverse subsidiestromen vanuit de overheid gebruikt. Al deze subsidiestromen worden
ingezet om de publieke voorziening (nl. de vervoersfunctie van het OVTC) te financieren.
Voorts zijn door reclamante geen concrete feiten en omstandigheden naar voren gebracht op
grond waarvan zou moeten worden getwijfeld aan de financiële uitvoerbaarheid van dit plan.
c. In het onderhavige bestemmingsplan worden nu detailhandelsvestigingen toegelaten tot een
oppervlakte van maximaal 800 m2 bvo per vestiging ondersteunend aan het openbaar
vervoersstation. Ook in het bestemmingsplan Stationskwartier waren er al mogelijkheden voor
detailhandelsvoorzieningen tot 700 m2 per vestiging. In die zin wordt er slechts heel beperkt
afgeweken van de reeds eerder uitgezette lijn met betrekking tot de detailhandelsactiviteiten in
het stationsgebouw. Het totaal in het OVTC toegelaten meters voor dienstverlening, detailhandel
en horeca is in ieder geval gelijk gebleven ten opzichte van het bestemmingsplan
Stationskwartier. Met het opnemen van een maximale oppervlakte per vestiging is het in ieder
geval niet mogelijk een volwaardige supermarkt in te richten in het stationsgebouw.
d. Hoofddoel van de Wet geluidhinder is het bieden van bescherming tegen geluidhinder en het
toetsen van geluidhinder in het kader van (ruimtelijke) ontwikkelingen, zoals bij
bestemmingsplanprocedures. Op deze wijze biedt de Wet geluidhinder een waarborg van een
goed woon- en leefklimaat. Hiernaast is het Ontheffingenbeleid Wet geluidhinder van de
gemeente Breda van toepassing. Het doel van dit beleid is het realiseren van een zo goed
mogelijk woon- en leefklimaat met voldoende flexibiliteit om in bijzondere omstandigheden
gemotiveerd te kunnen afwijken. Voor een aantal nieuwe woningen langs de Stationslaan
overschrijdt de geluidbelasting de maximaal te verlenen hogere waarden Er kan voor die locaties
dan ook geen hogere waarde worden verleend Om woningbouw toch mogelijk te maken ter
plaatse van dit stedelijk gebied dienen deze woningen te beschikken over een zogenaamde dove
gevel. In het te ontwikkelen gebied is het wenselijk om vanuit het oogpunt van sociale veiligheid
een levendige omgeving te ontwikkelen. Met name in verband hiermee is besloten in dit gebied
ook woningen te realiseren Voor zover deze nieuwe woningen een te hoge gevelbelasting
hebben zullen deze dus moeten worden voorzien van minimaal één dove gevel en om te voldoen
aan het Ontheffingenbeleid Wet geluidhinder en zullen de woningen met dove gevel moeten
beschikken over minimaal één geluidluwe gevel. De verplichting tot toepassing van dove gevels is
ook opgenomen in artikel 7, lid 7.1 van het onderhavige bestemmingsplan. Voor de binnenwaarde
van deze woningen moet worden voldaan aan het bepaalde in hoofdstuk VIIIB van de Wet
geluidhinder. Zoals uit het voorgaande mag blijken is zorgvuldig omgegaan met het bepaalde in
de Wet geluidhinder en is niet in strijd gehandeld met het gemeentelijke ontheffingenbeleid in
deze.
-6-