Gemeente Breda
SB
SB
Raadsvoorstel
Registratienr: 37693]
Vóór de bouw van het OVTC voldoen vier woningen op de begane grond niet aan de
norm nieuwbouw+ Door de WE is aangevoerd dat er 5 woonfuncties op de begane
qrond zijn. Echter, de ruimte die in gebruik is als kantine van Veolia (Stationsplein 15)
hebben wij niet als woonfunctie meegenomen, omdat dat niet het feitelijke gebruik is.
Bovendien blijkt uit het hiernavolgende dat dit voor de conclusie geen verschil maakt.
Na de bouw van het OVTC zijn er in totaal 16 woningen die niet voldoen aan de norm
nieuwbouw+. Het gaat om de vier woningen op de begane grond en zes van de zeven
woninqen op de eerste en tweede verdieping. Doordat het bestemmingsplan een smaller
bouwvlak kent dan het bestemmingsplan Stationskwartier heeft de zevende woning op de
eerste en tweede verdieping geen belemmering voor wat betreft daglicht. Zonder de
toepassing van de krijtstreepmethode, zoals beschreven in het rapport van Nieman, zijn
er dan in totaal 16 woningen in het appartementencomplex, niet voldoen aan de norm
Voor wat betreft de 4 woningen op de begane grond die in de huidige situatie niet voldoen
aan de nieuwbouweisen voor woningen is de feitelijke invloed van de bouw van het
OVTC in ieder geval niet substantieel. Door de huidige belemmeringen bij de ramen aan
de kant van het OVTC (balkons) is er rekenkundig geen afname en is derhalve ook niet
de verwachting dat het aantal lux zal afnemen. Niet is uit te sluiten dat de beleving van
daqlicht, als gevolg van de verandering van uitzicht, negatief wordt beïnvloed door de
komst van het OVTC c.q. het bestemmingsplan OVTC in vergelijking met de huidige
inrichting van de straat.
Aannemelijk is dat in ieder geval de 6 woningen op de eerste verdieping en tweede
verdieping de grootste feitelijke invloed zullen ondervinden voor wat betreft
daqlichttoetreding na realisatie van het OVTC. Deze invloed zal inhouden dat er een
vermindering van het aantal lux is en de beleving van daglicht in negatieve zin verandert.
De mate waarin dit zal plaatsvinden is niet geheel objectief vast te stellen, omdat het ook
over beleving gaat. x
Voor de genoemde 12 woningen waarvoor een invloed is vastgesteld is nog het volgende
van belang. Ook zonder de komst van bestemmingsplan OVTC is er op het plein
teqenover de appartementen, dat nu feitelijk is ingericht als busstation met een
overkapping, bebouwing mogelijk. Thans geldt daar geen bestemmingsplan. De
stedenbouwkundige bepalingen van de Bouwverordening 2007 zijn van toepassing Op
grond hiervan zijn op ongeveer dezelfde afstand als het OVTC (10 meter uit het as van de
huidiqe weg) bouwwerken mogelijk tot een hoogte van 15 meter.
De situatie voor wat betreft uitzicht en privacy voor alle woningen gaat in vergelijking tot
de huidige feitelijke situatie in negatieve zin veranderen, zo vreest de WE. In het
alqemeen geldt dat in een binnenstedelijke situatie aan uitzicht geen blijvende rechten
kunnen worden ontleend. Ook op grond van het huidig planologisch kader kan het uitzicht
worden belemmerd en de privacy worden aangetast. Immers is er nu ook aan de overkant
van het appartementencomplex een woongebouw mogelijk van 15 meter hoog. Aan de
argumenten met betrekking tot het behoud van uitzicht c.q. argumenten met betrekking tot
de privacy kan dan ook geen groot gewicht worden toegekend.
Er is een vergelijking gemaakt tussen de situatie met de maximale invloed op de
daqlichttoetreding van de Bouwverordening en het bestemmingsplan OVTC. De WE stelt
dat deze vergelijking moet worden uitgevoerd zonder krijtstreepmethode en zonder dat de
slaapkamer in de berekening wordt betrokken. Er is derhalve louter gekeken naar het
verblijfsgebied dat met de huidige inrichting van de appartementen afhankelijk is van het
daglicht aan de kant van het OVTC.
Bouwverordening J
Bestemmingsplan
Verschil
Eerste verdieping,
6 woninqen
70
41
- 29%
Tweede verdieping,
6 woningen
72
54
- 18%
-13-
I e uruvanqeii uoyi^ni.