5. Gebouwen, merk- en beeldrechten
5.1 Eigendom gebouwen
Bij het verzelfstandigen van culturele instellingen is inmiddels sprake van een landelijke praktijk
waarin de gemeenten ervoor kiezen om het eigendom van de culturele gebouwen in eigen hand te
houden. Ook voor Breda wordt voorgesteld deze lijn te kiezen, naar analogie met het gebouw van
het Graphic Design Museum na de verzelfstandiging van "de Beyerd". Hierbij wordt opgemerkt dat
wanneer de gebouwen in eigendom zouden overgaan naar de nieuwe stichting deze als onderpand
zouden kunnen worden aangewend voor het verkrijgen van een weerstandsvermogen. In het geval
van een faillissement van deze stichting zouden de panden echter dan voor de gemeente verloren
gaan. Dit risico is niet aanwezig wanneer de panden eigendom blijven van de gemeente. Daarnaast
kan de gemeente regie blijven voeren op een aantal markante panden binnen de stedelijke
architectuur.
Geadviseerd wordt daarom in het kader van dit haalbaarheidsonderzoek dat grond en gebouwen van
het cultureel vastgoed in eigendom blijven van de gemeente Breda. De gemeente verhuurt het
vastgoed aan de stichting. In een huurovereenkomst worden de rechten, plichten en
verantwoordelijkheden van huurder en verhuurder geregeld. Onderhuur (bijv. voor cafetaria) is in
principe een zaak van de instelling. Hiervoor is wel toestemming vereist van de gemeente als
eigenaar van de gebouwen.
Het nog nader te bepalen bedrag voor huur- en servicekosten dient bij voorkeur met BTW belast (Nb.
BTW mogelijkheden nog in onderzoek) aan de stichting in rekening te worden gebracht. Deze
huurkosten dienen deel uit te maken van de te verstrekken subsidie (en worden door de gemeente
dus weer terugontvangen). Ook stijging van de huren dient jaarlijks gecompenseerd te worden.
5.2 Onderhoud gebouwen
Wat betreft het onderhoud van de gebouwen wordt geadviseerd de huidige situatie te continueren.
Dit betekent dat de gemeente verantwoordelijk blijft voor het buitenonderhoud en de stichting de
verantwoordelijkheid voor het binnenonderhoud op zich neemt.
Voor het gebouw Nieuwe Veste/ Bibliotheek aan de Molenstraat is het onderhoud aan de installaties
als regel onderdeel van het door de instelling zelf uit te voeren binnenonderhoud. Voor de
bibliotheekvestigingen is naast het buitenonderhoud ook het onderhoud aan de installaties nu nog
de verantwoordelijkheid van de gemeente. In de nieuwe situatie zal ook dit onderhoud aan de
installaties van de bibliotheekvestigingen worden beschouwd als binnenonderhoud en onder
verantwoordelijkheid van de instelling vallen.
Uitgangspunt bij de verdeling van de verantwoordelijkheden is het door BOG opgestelde beheersplan
voor alle betreffende panden, welke in de uitwerking van het verzelfstandigingtraject verder wordt
uitgewerkt.
Voorgesteld wordt om het huidige budget van kapitaalslasten, storting in onderhoudsvoorziening en
overige eigenaarslasten op de eigendomspanden om te zetten in een huurprijs.
Door de afdeling BOG is een 20- jarig onderhoudsplan gemaakt. Hiervoor is een toereikende
onderhoudsvoorziening beschikbaar.
Voorgesteld wordt de onderhoudsvoorziening voor het gedeelte van het binnenonderhoud over te
dragen aan de nieuwe instelling.
18