7. Personeel 7.1 CAO en pensioenfonds De overgang van het huidige personeel naar een nieuwe, verzelfstandigde eenheid vormt een niet onbelangrijk aspect voor de haalbaarheid van een verzelfstandiging van de Nieuwe Veste en de Bibliotheek. Op dit moment bedraagt de formatie van beide instellingen in totaal 122,03 fte ingevuld door 234 medewerkers2. Daarnaast zijn 10 flexmedewerkers via uitzendbureaus en 28 freelance docenten in dienst. Bij Projectbureau wordt gewerkt met zo'n 60 freelance medewerkers per jaar. In beide instellingen werken daarnaast 18 vrijwilligers. Organisatiewijziging De verzelfstandiging van de Nieuwe Veste en de Bibliotheek is aan te merken als een organisatiewijziging op grond van artikel 48:1:1:4 van de CAR/BUWO. Na het besluit tot verzelfstandiging zal een en ander nader worden uitgewerkt in een sociaal plan, immers zoals uit het onderstaande blijkt zullen de consequenties voor het personeel van Bibliotheek en Nieuwe Veste gering zijn. Uitgangspunt is dat het personeel mee gaat naar de nieuwe, verzelfstandigde eenheid. Mens vo gt werk. De gemeente dient zich daarbij als huidig werkgever in te zetten voor het behoud van werkgelegenheid alsmede het behoud van een gelijkwaardige rechtspositieregeling en van individueel verkregen rechten. De personele aspecten die in dit kader een rol spelen liggen op het terrein van rechtspositie, arbeidsvoorwaarden(regeling), pensioen, ziektekosten en sociale zekerheid. De ervaring leert dat binnen dit afwegingskader de pensioenvoorziening een heel belangrijk aandachtspunt vormt. Niet alleen voor de betrokken werknemers, maar ook voor de werkgever. Verschillen in voorwaarden, regels, premies en instap/uitstap vergoedingen maken de pensioenvoorziening tot een complexe en risicovolle materie. Op dit moment is de gemeentelijke CAR/BUWO van toepassing op de medewerkers van de Nieuwe Veste en de Bibliotheek. In hoofdstuk 19b van de CAR/BUWO is een aanvullende rechtspositieregeling opgenomen voor 'ambtenaren werkzaam in een instelling voor kunsteducatie Deze is van toepassing op de docenten werkzaam bij de Nieuwe Veste. In beginsel staan voor het continueren van het ABP - deelnemerschap twee wegen open. - Vrijwillige toetreding bij het ABP B3-toetreding De opstelling van het ABP (boetebepalingen) maakt dat vrijwillige toetreding bij het ABP geen begaanbare weg is. Blijft over de optie open van B3 - toetreding. Hieronder volgt een toelichting op die optie. Uitwerking B3-toetreding In het geval van toetreding tot het ABP via de B3 - route wordt er een stichting opgericht. Al het nieuw aan te trekken personeel treedt in dienst van de nieuwe stichting en volgt de branche CAO. Voor de Nieuwe Veste is dat de CAO Kunsteducatie (KE) en voor de Bibliotheek is dat de CAO Openbare Bibliotheek (OB).Voor het ondersteunend personeel zal een van de CAO's leidend zijn. Het zittend personeel treedt in dienst van een binnen de nieuwe 'moederstichting' op te richten B3 - stichting. Het ambtelijk dienstverband van de betrokken medewerkers wordt weliswaar omgezet naar een arbeidsovereenkomst, maar op het punt van arbeidsvoorwaarden blijven zij de gemeentelijk CAR/BUWO volgen. B3 - toetreding tot het ABP is mogelijk onder de volgende voorwaarden: 1 Bibliotheek 57. 58 fte. Nieuwe Veste 64.45 fte 26 2 Bibliotheek 87 medewerkers. Nieuwe Veste 147 medewerkers

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 205