de sociale partners moeten een verklaring invullen dat zij de arbeidsvoorwaarden van de sector gemeenten als bedoeld in de Wet Privatisering ABP één op één volgen, en er moeten werknemers in dienst treden die voorheen verplicht deelnemer waren bij ABP (dat hoeven niet alle werknemers zijn). In geval van een verzelfstandiging van de Nieuwe Veste en de Bibliotheek kan de B3 insteek zonder meer worden gekozen en is er geen sprake van door het ABP in rekening te brengen exitkosten. Wel moet de minister BZK voor B3 - toetreding expliciet toestemming geven, maar er is geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat die niet zal worden verleend. Een niet onbelangrijke consequentie van de B3 - toetreding is dat de op te richten stichting eigen risico drager is voor de WW. Dat betekent dat eventuele ontslaguitkeringen voor rekening van de nieuwe stichting komen. Aanvullende (financiële) afspraken tussen gemeente en stichting zijn dan ook noodzakelijk voor zover eventuele gedwongen ontslagen het gevolg zijn van verlaging van de subsidie. 7 2 Cultureel ondernemerschap en de organisatie Het vraagt meer dan verzelfstandiging om de nieuwe instelling tot een succes te maken. Waren de culturele instellingen al op weg naar 'Cultureel ondernemerschap', meer vrijheid en ruimte geven de mogelijkheden dat ondernemerschap uit te bouwen. Cultureel ondernemerschap veronderstelt dat er een cultureel ondernemer is. Dat is de directie. Die moet de visie en de daadkracht hebben om te ondernemen en de organisatie daarin mee te nemen en te enthousiasmeren. De cultuurverandering is de laatste jaren al ingezet zowel bij Nieuwe Veste als Bibliotheek. Culturee ondernemerschap is een zich organisatiebreed voltrekkend en permanent leerproces dat voortdurend aandacht en zorg zal vragen van alle betrokkenen. Van belang is vooral dat de medewerkers hun vak verstaan en professioneel hun werk doen en blijven doen. Voor het succes van de nieuwe instelling is namelijk evenzeer van belang dat gebruikers en leerlingen/cursisten, onderwijsinstellingen, amateurorganisaties kortom de Bredanaars kunnen vertrouwen op de deskundigheid en professionaliteit van de medewerkers. 7.3. Scholingsbudget personeel In de huidige begrotingen van de instellingen is een beperkt opleidingsbudget opgenomen van 70.000. De norm van de gemeente van 2,5% van de loonsom wordt bij lange na niet gehaa De laatste jaren is het scholingsbudget met name als bezuinigingsmaatregel ingezet. Zouden we voldoen aan de gemeentelijke norm, moet een extra bedrag van zo'n 100.000 worden opgenomen. Conclusies; De verzelfstandiging is in personeel opzicht haalbaar langs de weg van een B3 toetreding. Het zittend personeel treedt in dienst van een binnen de nieuwe stichting op te richten B3 - stichting. De betrokken medewerkers volgen de gemeentelijke CAR/BUWO en blijven ABP- deelnemer. Al het nieuw aan te trekken personeel treedt in dienst van de nieuwe stichting en de branche CAO Voor Nieuwe Veste is dat de CAO Kunsteducatie (KE) en voor de Bibliotheek is dat CAO Openbare Bibliotheek (OB). Voor het ondersteunend personeel wordt een van deze beide CAO s leiden 27

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 206