Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 38130]
a. Reclamant stelt dat de gewenste uitbreiding op de volgende punten afwijkt van het
vigerende bestemmingsplan 'Ruitersbos': De bouwplannen overschrijden de maximale
bouwhoogte van 12 meter met meer dan het dubbele. Hiernaast is het bebouwingspercentage
niet in overeenstemming met het bestemmingsplan en wordt het bouwvlak overschreden. De
functie gaat naar wonen in plaats van maatschappelijke doeleinden.
b. Reclamant meent dat de parkeerproblematiek in de wijk zal toenemen. Er worden 20
parkeerplaatsen aangelegd op de grasstrook voor woonzorgcentrum Ruitersbos maar door de
uitbreiding verdwijnen 10 bestaande parkeerplaatsen, per saldo worden slechts 10 extra
parkeerplaatsen gerealiseerd.
c. Reclamant is van mening dat een nieuwbouwtoren van circa 25 meter niet past in de
omgeving. Het zou beter zijn als de gemeente kiest voor het maximaal toegestane
bebouwingspercentage ten koste van de hoogte.
d. Reclamant vindt de gemeente onbetrouwbaar nu er een ingrijpende wijziging ten opzichte
van het bestemmingsplan 'Ruitersbos' mogelijk wordt gemaakt en bezwaren van burgers
hiertegen ongegrond worden verklaard.
e. Reclamant maakt ernstig bezwaar tegen de realisatie van de nieuwbouw die een ernstige
inbreuk betekent op het woongenot en privacy van reclamant.
Beoordeling
a. Het verzoek tot uitbreiding van Huize Ruitersbos wijkt inderdaad af van de voorschriften
"maatschappelijke doeleinden" in het vigerende bestemmingsplan 'Ruitersbos' voor wat betreft de
toegestane hoogte en de overschrijding van het bouwvlak. Vanwege de overschrijding van zowel
de toegestane hoogte als het bouwvlak in het bestemmingsplan 'Ruitersbos' is in eerste instantie
een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 2 WRO opgestart. Door de inwerkingtreding van de
"nieuwe" Wro op 1 juli 2008 en de Wabo op 1 oktober 2010 en door ontwikkelingen in de
jurisprudentie is het echter niet meer mogelijk om gebruik te maken van de verleende vrijstelling
vandaar dat er nu een nieuw bestemmingsplan 'Ruitersbos, Boeimeerweg 2' is opgesteld. In dit
bestemmingsplan wordt de gewenste ontwikkeling mogelijk gemaakt. Na realisatie van de
uitbreiding zal 27% van bouwvlak bebouwd zijn, het maximaal toelaatbare bebouwingspercentage
is in het bestemmingsplan 'Ruitersbos' 35%. De gewenste uitbreiding past ruim binnen het
toegestane bebouwingspercentage. Gezien de omvang van de behoefte aan appartementen is
gekozen voor een woontoren in plaats van lagere bebouwing. Voor lagere bebouwing is een
groter grondoppervlakte voor bebouwing noodzakelijk waarmee de openheid van het terrein meer
wordt aangetast. Door te kiezen voor een woontoren past de uitbreiding beter in de rondom
aanwezige groene setting. Met betrekking tot de opmerking dat er nu sprake zou zijn van de
functie wonen verwijzen we naar de beoordeling onder 1 e en 2 c en willen we benadrukken dat
tijdens de eerder gevoerde vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 2 WRO reeds nader is
aangevuld waarom de functie voldoet aan de omschrijving "maatschappelijk doeleinden". Het
betreft hier namelijk de realisatie van 38 zorggerelateerde (senior)appartementen;
b. Door de nieuwbouw verdwijnt inderdaad het parkeerterrein aan de Lisztlaan, het gaat hier
om 14 parkeerplaatsen welke zullen worden gecompenseerd. Reclamant merkt terecht op dat er
aan de Boeimeerweg 20 parkeerplaatsen aangelegd worden, maar hiernaast komen er ook 18
parkeerplaatsen aan de Lisztlaan. In totaal worden er dan ook 38 parkeerplaatsen gerealiseerd,
hetgeen neerkomst op een netto toename van 24 plaatsen. Wij hebben naar aanleiding van deze
zienswijze de tekst in het bestemmingsplan onder paragraaf 4.2.6 aangevuld.
c. Voor de beantwoording verwijzen wij naar de beoordeling onder 1 a.
d. Wij verwijzen hiervoor naar de beoordeling onder 2 b. Zoals daar uiteen is gezet is het
niet mogelijk geweest om het verzoek tot uitbreiding mee te nemen in het bestemmingsplan
'Ruitersbos'. De gemeente Breda kan afwijken van een bestemmingsplan, de wetgever heeft
hiervoor een aantal planologische maatregelen gecreëerd. In het onderhavige geval is besloten
middels een nieuw bestemmingsplan (een zgn. postzegelbestemmingsplan) de gewenste
uitbreiding mogelijk te maken. Een bestemmingsplan vormt de basis van het ruimtelijke
ordeningsbeleid van het gemeentebestuur en het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor de
keuzes die gemaakt worden bij het tot stand komen van het bestemmingsplan. Met betrekking tot
de opmerking over het ongegrond verklaren van de bezwaren willen we benadrukken dat de
ingediende zienswijzen tijdens de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 2 WRO zorgvuldig zijn
beoordeeld en afgewogen. Op diverse onderdelen zijn de zienswijzen gegrond geacht, maar op
andere delen bleken de zienswijzen ongegrond.
-5-