Gemeente Breda
vV Raadsvoorstel
Registratienr: 38130]
I. Onder hoofdstuk 3 artikel 8: "Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk
wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale
veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, afwijken van" is aangepast
overeenkomstig de gemeentelijke standaard naar "Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige
afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid,
de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een
omgevingsvergunning afwijken van".
m. Hoofdstuk 3 artikel 9 'Algemene wijzigingsregels' is komen te vervallen.
n. Hoofdstuk 3 artikel 11.1 onder b: "Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van
het bepaalde in artikel 13, om indien er met betrekking tot parkeren door de gemeenteraad gewijzigd
beleid wordt vastgesteld, dit overeenkomstig van toepassing te verklaren op onderhavig
bestemmingsplan." is aangepast overeenkomstig de gemeentelijke standaard naar "Burgemeester en
wethouders zijn bevoegd om indien er met betrekking tot parkeren door de gemeenteraad gewijzigd
beleid wordt vastgesteld, dit overeenkomstig van toepassing te verklaren op onderhavig
bestemmingsplan."
o. Hoofdstuk 4 artikel 12.1 onder b: "Burgemeester en wethouders kunnen" is overeenkomstig de
gemeentelijke standaard vervangen door "Het bevoegd gezag kan".
Afwegingen
De ingediende zienswijzen geven geen aanleiding te besluiten tot het niet vaststellen van het plan. Wel
geven de ingediende zienswijzen deels aanleiding tot aanpassing van het plan.
Juridisch
Na vaststelling van het bestemmingsplan door de raad wordt het bestemmingsplan op grond van artikel
3.8, vierde lid, Wet ruimtelijke ordening opnieuw aan de provincie en de VROM-Inspectie voorgelegd,
omdat er wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Zij kunnen binnen
een termijn van 6 weken nog een reactieve aanwijzing geven, indien zij het niet met de wijzigingen eens
zijn. Na deze termijn van 6 weken wordt het vastgestelde bestemmingsplan gepubliceerd en kunnen
belanghebbenden gedurende 6 weken hiertegen beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van
de Raad van State. Na afloop van de beroepstermijn treedt het bestemmingsplan in werking, tenzij een
verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend.
Financieel
Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de exploitatiekosten over de gronden anderszins
verzekerd is, er geen fasering en of tijdvak behoeft te worden vastgelegd en geen locatie-eisen (openbare
ruimte) of woningbouwcategorieën hoeven te worden vastgesteld. Indien de verhaalskosten minder
bedragen dan €10.000,- is het ook mogelijk dit via leges te verhalen i.p.v. via een exploitatieplan. Het plan
aan de Boeimeerweg 2 valt onder deze categorie.
Het kostenverhaal is anderszins verzekerd en daarom is het plan economisch uitvoerbaar.