Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 38062] Beoordeling 1De manege zal door de onderhavige ontwikkeling niet in de verdrukking komen. Het plan maakt in principe slechts een beperkte uitbreiding mogelijk van twee bestaande velden en een beperkte uitbreiding van de clubgebouwen van de voetbalvereniging en de tennisvereniging. Hiertoe is voldoende ruimte aanwezig. De manege zal door de uitbreiding dan ook niet worden belemmerd in het uitoefenen van zijn activiteiten. 2. De door reclamant bedoelde plannen betreffen de Structuurvisie Breda-Oost en het voorontwerp van het bestemmingsplan 'Bavel-Zuid'. Hierin was sprake van een grootschalige ontwikkeling met woningbouw en de aanleg van een bedrijventerrein Bavel. Deze ontwikkeling zou tevens gepaard gaan met de uitbreiding van het onderhavige voetbalcomplex met twee velden aan de zuidzijde van het huidige complex. Door enerzijds een herijking van het woningbouwprogramma voor de komende jaren en de economische crisis is echter besloten deze plannen vooralsnog niet door te zetten. Een uitbreiding van het sportcomplex als eerder voorzien zal ook geen doorgang vinden. Het voorliggende bestemmingsplan betreft enkel een kleinschalige aanpassing van het bestaande sportterrein i.e. de uitbreiding van twee bestaande voetbalvelden naar wedstrijdafmetingen. Aangezien deze geen nadelige consequenties heeft voor de manege is er geen reden geweest om vooraf apart met reclamanten over de plannen overleg te voeren. 3. Bij het opstellen van het bestemmingsplan is gedegen onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van cultuurhistorische relicten van de voormalige Maastrichtse Baan. Het oorspronkelijke tracé daarvan is vanuit de lucht nog duidelijk zichtbaar. Uit cultuurhistorisch oogpunt is het wenselijk dat de goede afleesbaarheid van het tracé behouden blijft. Er is echter geen aanleiding om het bestaande pad als zodanig als cultuurhistorisch waardevol te bestemmen, aangezien dit pad slechts de zuidelijke grens vormt van het perceel waarop het oorspronkelijke tracé liep en het feitelijk geen fysiek relict van de voormalige Maastrichtse Baan is. In het huidige bestemmingsplan is de Maastrichtse Baan aangeduid als 'Landschapselement'. In het onderhavige bestemmingsplan wordt het pad niet specifiek bestemd als groen, maar maakt het deel uit van de bestemming Sport. Wel wordt aan een houtwal aan de A27 als belangrijkste restant van het tracé grote cultuurhistorische waarde toegekend. Deze houtwal ligt echter buiten het onderhavige plangebied. 4. De route langs de sportvelden zal door de aanleg van de sportvelden inderdaad plaatselijk onderbroken worden. Na voltooiing van de werkzaamheden zal dit pad hersteld worden door verlegging van de onderbroken gedeelten. Het pad blijft openbaar toegankelijk en zal dus behouden blijven als route voor de ruiters van reclamant of andere belangstellenden. In het nieuwe bestemmingsplan wordt het pad niet specifiek bestemd, maar maakt deel uit van de bestemming Sport. 5. Het voorliggende plan behelst uitsluitend een beperkte uitbreiding van reeds aanwezige voorzieningen welke reeds als zodanig in gebruik zijn, waardoor geen toename van parkeerbehoefte ontstaat. Er kan dus volstaan worden met het aantal aanwezige parkeerplaatsen, welk aantal is vastgesteld overeenkomstig de voor deze functie geldende normen. Op grond van de gemeentelijke parkeernormen dienen bij sportterreinen per ha 15 parkeerplaatsen aanwezig te zijn. Deze zijn ruimschoots aanwezig. Dat bij toernooien of een enkele maal op zondag bij thuiswedstrijden van het 1e elftal de aanwezige parkeergelegenheid niet geheel toereikend is doet hieraan niets af. Voor wat betreft de eventuele overtreding van de opgelegde verkeersregels in de omgeving van het sportpark wordt opgemerkt dat de regulering van het parkeren en de handhaving daarvan geschied op basis van de Wegenverkeerswet. 6. Zoals reeds eerder aangegeven betreft het slechts een beperkte uitbreiding van de accommodatie die de continuïteit van het bedrijf van reclamanten niet zal aantasten. Een gesprek hierover behoeft dan ook niet formeel plaats te vinden. Hierbij dient wel te worden vermeld dat wethouder Bergkamp inmiddels al wel op locatie een gesprek met de exploitanten van de manege heeft gehad. Bij de realisatie van de plannen zal voldoende met de belangen van reclamanten rekening worden gehouden. Conclusie Deze zienswijze ongegrond te verklaren. -4- >w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 131