Gemeente Breda Raadsbesluit Registratienr: 38249] Artikel 42 Vragenuur 1. Elke reguliere vergadering van de raad vangt aan met een vragenuur, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan het fractievoorzittersoverleg bepalen dat het vragenuur op een ander tijdstip wordt gehouden. De voorzitter bepaalt per vergadering op welk tijdstip het vragenuur eindigt met dien verstande dat het vragenuur niet langer duurt dan één uur. Onderwerpen die na één uur nog niet aan de orde zijn gekomen, komen te vervallen. 2. Het lid dat tijdens het vragenuur één of meer vragen wil stellen, dient onder aanduiding van het onderwerp de daarover te stellen vragen, ten minste vierentwintig uur voor aanvang van de vergadering in bij de voorzitter. De voorzitter kan vragen voor het vragenuur weigeren indien: a. hij van oordeel is dat de vraag niet voldoende nauwkeurig is aangegeven; b. het onderwerp waar de vragen betrekking op hebben in de raadsvergadering van die dag aan de orde komt; c. de ingediende vragen geen betrekking hebben op een politiek relevant onderwerp; d. de vragen geen zodanig spoedeisend karakter hebben dat deze niet schriftelijk gesteld kunnen worden of in het vragenhalfuur van een eerstvolgende raadscommissie. 3. De voorzitter bepaalt de volgorde, waarin de aangemelde onderwerpen tijdens het vragenuur aan de orde worden gesteld. 4. De voorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vraagsteller, voor de wethouders c.q. de burgemeester en de overige leden. 5. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college c.q. de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven. 6. Na beantwoording door het college c.q. de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen. 7. Vervolgens kan de voorzitter aan andere leden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college c.q. de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp. 8. Tijdens het vragenuur worden geen interrupties toegelaten en kan een raadslid, na de beantwoording door het college c.q. de burgemeester van een gestelde vraag, een motie indienen aangaande het onderwerp waar de vraag betrekking op heeft. Artikel 43 Inlichtingen 1. Indien een lid over een onderwerp inlichtingen els bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe schriftelijk en onder verwijzing naar dit artikel ingediend bij het college of de burgemeester. 2. Een afschrift van dit verzoek wordt door de indiener toegezonden aan de griffier, welke de overige leden van de raad hiervan in kennis stelt.. 3. De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven. 4. De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven. Hoofdstuk 5: Begroting, kadernota en jaarrekening Artikel 44 Procedure begroting, kadernota en jaarrekening Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschieden de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting, kadernota en de jaarrekening en een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad, op voorstel van het fractievoorzittersoverleg, vaststelt. Hoofdstuk 6: Lidmaatschap van andere organisaties Artikel 45 Verslag en verantwoording 1. Eenieder die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Door de raad gewenste bespreking van dit verslag kan de voorzitter verwijzen naar de desbetreffende raadscommissie. -10

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 17