Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 38250]
Artikel 5 Griffier
De griffier is secretaris van de commissies. Hij kan zich hierbij doen bijstaan door één of meer door
hem aan te wijzen fungerend griffier(s).
Artikel 6 Benoeming leden
1De leden worden benoemd en de voorzitter wordt aangewezen voor de duur van de zittingsperiode
van de raad.
2. De benoeming van de leden gaat in op het tijdstip waarop deze wordt aanvaard.
3. Alvorens het lid, dat niet tevens lid is van de raad, het door hem/haar aanvaarde lidmaatschap van
de commissie kan vervullen, legt deze in handen van de voorzitter van de raad een eed of verklaring
en belofte af met de volgende inhoud:
Ik zweer verklaar dat ik om tot lid van de raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch
middellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer verklaar en beloof dat ik om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch
middellijk, enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer beloof dat ik getrouw zal zijn aan de grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik al
mijn plichten als lid van de raadscommissie naar eer en geweten zal vervullen, en ten aanzien van
mij, bij het vervullen van het lidmaatschap ter kennis gekomen stukken en informatie, nauwgezet
dezelfde geheimhoudingsplicht, indien en voor zover deze geldt voor leden van de raad, in acht zal
nemen en dezelfde zorgvuldigheid zal betrachten als te verwachten is van de leden van de raad.
Artikel 7 Ontslag, vacatures
1. Zodra blijkt dat een lid van een commissie, dat tevens lid is van de raad, ophoudt lid van de raad te
zijn, houdt dat lid tevens op lid van een commissie te zijn.
2. Zodra blijkt dat een lid van een commissie, dat niet tevens lid is van de raad, een der wettelijke
vereisten voor het lidmaatschap van de raad niet bezit of een met dat lidmaatschap onverenigbare
betrekking vervult, houdt dat lid op lid van een commissie te zijn.
3. Wanneer een lid van een commissie komt te verkeren, in een van de gevallen als bedoeld in het
eerste of het tweede lid, geeft het daarvan onverwijld schriftelijk kennis aan de raad en aan het
bestuur van de betrokken fractie.
4. Indien de kennisgeving als bedoeld in het vorige lid niet is gedaan en de voorzitter van oordeel is,
dat een lid van een commissie verkeert in een van de gevallen als bedoeld in het eerste of tweede
lid, waarschuwt hij dat lid schriftelijk.
5. De voorzitter zendt een afschrift van de in het vierde lid bedoelde waarschuwing aan de raad en aan
het bestuur van de betrokken fractie.
6. Het betreffende lid als bedoeld in het vierde lid kan binnen vijf dagen na verzending van de in dat lid
bedoelde waarschuwing, schriftelijk en met redenen omkleed vragen om een beslissing van de raad.
7. De voorzitter die ophoudt lid van de raad te zijn, houdt tevens op voorzitter van een commissie te
zijn.
8a. Een lid kan te allen tijde tussentijds ontslag vragen. Het lid aan wie op zijn verzoek tussentijds
ontslag is verleend, blijft als lid van een commissie deel uitmaken tot dat de opvolger de benoeming
heeft aanvaard.
8b. Het bepaalde in lid a is van overeenkomstige toepassing op de voorzitter.
9a. De raad kan te allen tijde uit eigen beweging of op verzoek van het bestuur van de betrokken factie
aan een lid, anders dan op eigen verzoek, ontslag verlenen ter benoeming van een ander lid van
een commissie.
9b. De raad kan te allen tijde uit eigen beweging de voorzitter, anders dan op eigen verzoek, ontslaan uit
zijn functie van voorzitter. De raad voorziet alsdan op zo kort mogelijke termijn in de ontstane
vacature.
9c. Bij een tussentijds ontstane vacature van een lid dient het bestuur van de betrokken fractie zo
spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand, een voordracht in ter voorziening in die vacature.
Artikel 8 Onderwerpen
1Het college en de burgemeester kunnen aan een commissie vragen overleg te voeren over elk
onderwerp, ten aanzien waarvan zij voornemens zijn:
a. een beslissing van de raad te vragen (adviesstuk);
b. het gevoelen van de commissie te vernemen (bespreekstuk).
Voorts kunnen het college en de burgemeester stukken ter kennisneming aan de commissie zenden.