10
TOELICHTING
bij de wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Milieu Afval Regio Breda in de Gemeenschappelijke
Regeling Nazorg Gesloten Stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen.
Inleiding
Bij de ontwikkeling van de nieuwe gemeenschappelijke regeling Regio West-Brabant is bestuurlijk
besloten om de milieu en afvaltaken over te dragen aan de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Regio
West-Brabant voor de 19 gemeenten. Deze afval milieutaken worden ondergebracht onder de
bestuurscommissie Duurzaamheid.
Besloten is de risico's voor 12 gemeenten voor de nazorg van de twee gesloten stortplaatsen Bavel-Dorst
en Zevenbergen niet onder te brengen bij de Gemeenschappelijke Regeling voor de 19 gemeenten. In de
Gemeenschappelijke Regeling Milieu en Afval Regio Breda blijven de taken voortvloeiend uit het beheer
Uitgangpunt voor de wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Milieu en Afval Regio Breda voor de
nazorg van de twee gesloten stortplaatsen betreft een technische wijziging en geen beleidswijziging.
Teneinde het verschil met het verleden aan te geven is gekozen voor een naamswijziging om de
taakuitvoering beter te typeren.
In de oorspronkelijke opzet, zou de wijziging van de huidige regeling parallel lopen met de
beoordeling/goedkeuring van de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant. Dit is in de
sturing van het proces anders uitgepakt.
Collegeregeling
Een aspect in de aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling is de vraagstelling of het een college- of
een raadsregeling is. Er is analoog aan de Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant gekozen
voor een collegeregeling. Daar waar echter de raad zijn goedkeuring moet geven volgens de Wet
Gemeenschappelijke Regelingen is bewust de omschrijving raad gehandhaafd. Aan het college van
Burgemeester en Wethouders wordt verzocht conform het desbetreffende artikel bijvoorbeeld de begroting
voor te leggen aan de raad.
Het Algemeen Bestuur van MARB heeft in juni 2010 besloten om de structuur van Algemeen Bestuur en
Dagelijks Bestuur voor de nazorg van de stortplaatsen te handhaven. Met dit besluit is voldoende geborgd,
dat er een evenwichtige besluitvorming plaatsvindt.
Artikelen
Begripsbepalingen
In artikel 1 zijn de begripsbepalingen waarin de betekenis van een aantal begrippen die in de regeling
voorkomen worden gedefinieerd. In artikel 2 wordt het Openbare Lichaam dat met deze regeling is
ingesteld benoemd. Met de instelling hiervan verkrijgt de regeling rechtspersoonlijkheid. Het grondgebied
waar de regeling voor geldt, staat hier beschreven.
Doel
I artikel 3 staat het doel van de regeling beschreven. In artikel 4 staan de taken en bevoegdheden van het
openbaar lichaam. Hierin worden de taken van de regeling aangegeven. De taken zijn de primaire
verantwoordelijkheid van van het Algemeen Bestuur. De praktische uitvoering wordt opgedragen aan het
Dagelijks Bestuur.