Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 38223]
Agendapuntnummer: 2
Aantal bijlagen: -1 -
Onderwerp
Gemeentelijke Rekenkamer
Voorgesteld besluit
1. besluiten tot herbenoeming van de heren J.M. Roebroek en K.J.M.Tercic als respectievelijk voorzitter
en lid van de gemeentelijke rekenkamer voor een periode van 6 jaar tot 1 juli 2017;
2. besluiten tot benoeming van de heer L. van Eijndhoven als lid van de gemeentelijke rekenkamer voor
een periode van 6 jaar tot 1 juli 2017;
3. besluiten tot vaststelling van de "Verordening op de gemeentelijke rekenkamer 2011" onder
gelijktijdige intrekking van de "Verordening op de Gemeentelijke rekenkamer 2004"
Inleiding
Breda kent een onafhankelijke, externe rekenkamer die is ingesteld door de raad. Deze rekenkamer heeft
drie externe leden, waarvan 1 voorzitter. De kamer wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. De
basis hiervoor is gelegd in de op 21 oktober 2004 door de raad vastgestelde Verordening op de
gemeentelijke rekenkamer.
A. Aflopen benoemingstermijn:
Op 11 maart 2011 liep de benoemingstermijn van de rekenkamerleden af. Op basis van de Verordening
op de gemeentelijke rekenkamer dient besloten te worden over een nieuwe benoemingstermijn. Eén van
de zittende leden, de heer B.J.L. Degenhart, heeft aangegeven zijn werkzaamheden voor de rekenkamer
te willen beëindigen. Hij en de andere leden van de rekenkamer zijn bereid gevonden om in de periode tot
aan de definitieve besluitvorming over de bemensing van de rekenkamer hun lidmaatschap voort te
zetten. Hiertoe heeft de gemeenteraad op 10 februari 2011 de leden herbenoemd tot eind juni 2011.
Als onderlegger van de besluitvorming over de bemensing van de Kamer heeft de rekenkamer zelf, na
afstemming met de fractievoorzitters, door een onafhankelijke deskundige een evaluatie laten uitvoeren
van haar functioneren.
B. Evaluatie werkwijze rekenkamer:
Het fractievoorzitteroverleg heeft op 31 januari 2011 gesproken over de wijze van behandeling van deze
evaluatie en de besluitvorming over de (her)benoeming van de leden. Daarbij is vastgesteld dat in
aanvulling op de door de rekenkamer uitgevoerde evaluatie behoefte bestaat aan een bredere
herbezinning op het functioneren van de rekenkamer.
De fractievoorzitters hebben daartoe een oplegnotitie opgesteld, aan de hand waarvan bespreking in het
fractievoorzittersoverleg plaatsvond. De conclusies van deze bespreking waren:
er is in algemene zin tevredenheid over de wijze waarop de rekenkamerfunctie in Breda is
vormgegeven, met name met het oog op de onafhankelijkheid;
optimalisatie van de huidige werkwijze moet plaatsvinden op een aantal punten, waaronder
onderzoeksfrequentie, onderzoeksintensiteit, onderwerpselectie.
Voorts was het fractievoorzittersoverleg van mening dat een te benoemen selectiecommissie in overleg
met de zitting hebbende leden van de rekenkamer diende te bezien of deze punten geborgd dienden te
worden in de Verordening op de gemeentelijke rekenkamer, welke hoe dan ook geactualiseerd dient te
worden.
C. Proces werving:
Conform de Verordening is vanuit de daartoe bevoegde raadscommissie Bestuur een selectiecommissie
bestaande uit raadsleden benoemd. Deze commissie bestond uit mw. Heerkens (PvdA, tevens voorzitter),
dhr. Ernst (WD), mw. Van der Sanden (SP), dhr. Lips (CDA) en dhr. Akinci (GroenLinks). Deze
commissie heeft, in overleg met de voorzitter van de rekenkamer, het profiel opgesteld voor het nieuwe te
werven lid. Daarnaast heeft de selectiecommissie met de zittende rekenkamerleden gesproken over een
aantal inhoudelijke zaken betreffende het functioneren van de rekenkamer, zoals hun ambities voor de
-1-