Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 38198]
Agendapuntnummer: 12 Aantal bijlagen:
Onderwerp
Vaststellen bestemmingsplan 'Breda Zuid, Bavelselaan 131 -143' en besluiten dat geen exploitatieplan
behoeft te worden vastgesteld.
Voorgesteld besluit
1. Het bestemmingsplan'Breda Zuid, Bavelselaan 131 - 143'gewijzigd vast te stellen.
2. Geen exploitatieplan voor het onder 1 genoemde plan vast te stellen.
Inleiding
Segeren Holding BV heeft in samenwerking met Gabriels Installatie BV een verzoek ingediend voor de
bouw van acht woningen op de voormalige bedrijfslocatie aan de Bavelselaan 131-143 in Breda. Het
bouwplan bleek in strijd met de geldende bestemmingsplannen 'Breda Zuid' zoals vastgesteld op 22
oktober 2006 en goedgekeurd op 8 juni 1999 en 'Breda Zuid, partiële herziening 2005', vastgesteld op 26
oktober 2006 en goedgekeurd op 30 januari 2007. De percelen hebben in het bestemmingsplan 'Breda
Zuid' de bestemming 'Bedrijven' en voor een klein gedeelte 'Woongebied'. Binnen de bedrijfsbestemming
zijn woningen niet toegestaan. In het bestemmingsplan 'Breda Zuid, partiële herziening 2005' is binnen de
woonbestemming een vermeerdering van het aantal woningen niet toegestaan. Vanwege deze strijdigheid
is een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 2 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) gestart. Deze
procedure is nog niet afgerond.
Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden en op 1 oktober 2010 de Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Door deze nieuwe regelgeving en door ontwikkelingen in
de jurisprudentie is het niet meer mogelijk om gebruik te maken van de gestarte vrijstellingsprocedure ex
artikel 19 lid 2 WRO. Deze procedure zal dan ook niet worden afgerond.
Bij het behandelen van ruimtelijke initiatieven werd in Breda in het verleden zoveel mogelijk getracht om
de eerste aanvraag aan te merken als een (informeel) principeverzoek. Vanwege de wijziging van de
WRO naar Wro levert deze werkwijze momenteel problemen op. Volgens recente jurisprudentie dient het
overgangsrecht van de in 2008 in werking getreden Wro zo geïnterpreteerd te worden dat enkel officiële
aanvragen of bouwvergunningsaanvragen die vóór 1 juli 2008 zijn ontvangen, met toepassing van het
oude recht (te weten artikel 19 lid 2 WRO) mogen worden afgedaan. De aanvraag van Segeren Holding
BV en Gabriëls Installatie BV wordt in retrospectief aangemerkt als een principeverzoek. Met het strikt
toepassen van het overgangsrecht betekent dit dat voor het onderhavige geval artikel 19 lid 2 WRO niet
had mogen worden toegepast.
Eerder is in het college besproken dat voor de projecten waar de artikel 19 procedure reeds in gang is
gezet, maar die door deze wetswijziging niet meer bruikbaar zijn of afgerond kunnen worden, een nieuwe
procedure opgestart gaat worden. Het betreft circa 8 nieuwe bestemmingsplannen. Dit is in de commissie
Ruimte van 15 november 2010 medegedeeld en inhoudelijk gezien heeft het college in al deze dossiers
reeds aangegeven in principe in te kunnen stemmen met de planontwikkeling. Het project aan de
Bavelselaan 131-143 staat op de lijst met projecten die doorgang zullen vinden wegens reeds gemaakte
afspraken en toezeggingen. Het is dan ook met name de juridische procedurevorm die ter discussie staat,
niet de inhoudelijke beoordeling van de plannen.
Om tegemoet te komen aan het verzoek van Segeren Holding BV en Gabriëls Installatie BV is het
bestemmingsplan 'Breda Zuid, Bavelselaan 131 - 143' opgesteld.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 31 maart tot en met 11 mei 2011 voor een ieder ter inzage
gelegen. Gedurende deze periode zijn vier zienswijzen ingediend welke hebben geleid tot enkele
aanpassing in de toelichting van het bestemmingsplan, de verbeelding betreffende het bouwvlak van
Bavelselaan 143 en de planregels over de maximale bouwdiepte, de maximale goothoogte en de
planregels omtrent de maximale hoogte van speelvoorzieningen en lichtmasten, ook is ter verduidelijking
het kettingbeding uit de koopovereenkomst tussen initiatiefnemers en de kopers van de nieuwe woningen
als bijlage bij de beantwoording van de zienswijzen gevoegd. Voor het overige deel stellen wij voor de
zienswijzen ongegrond te verklaren.