Gemeente Breda
3. Het bouwplan betreft de bouw van acht woningen op een bedrijfslocatie waar een
aannemersbedrijf en een installatiebedrijf zijn gevestigd. Naar huidige stedenbouwkundige
opvattingen wordt dit soort bedrijvigheid in een woonwijk niet meer van deze tijd geacht. De
betreffende percelen aan de Bavelselaan zijn aangeduid als consolidatiegebied. Gewenste
ontwikkelingen in dit gebied dienen de nadruk te leggen op intensivering van het ruimtegebruik en
de ontwikkelingen moeten leiden tot een functionele en/of ruimtelijke verbetering van een plek en
haar omgeving. Woningbouw leidt in het onderhavige geval tot intensivering van het
ruimtegebruik. Woningbouw op deze locatie wordt wenselijk geacht ter versterking van de
woonfunctie van de buurt. Het feit dat er geen groen wordt aangetast teneinde de bouwplannen te
realiseren draagt bij aan de waarborging van de huidige kwaliteit van het woonmilieu. Deze
overwegingen liggen ten grondslag aan de conclusie dat het bouwplan past in het beleid zoals
vastgelegd in de gemeentelijke structuurvisie Breda 2020, Stad in evenwicht.
Met betrekking tot de opmerking van reclamanten dat de gemeente meer aandacht dient te
hebben voor de ruimtelijke effecten van het project op de omgeving, te weten de Barbaralaan en
Jorisstraat, willen wij erop wijzen dat in de toelichting bij het bestemmingsplan aandacht is voor
de diverse ruimtelijke effecten van het project, als parkeren en de waterhuishouding in het gebied
die invloed zouden kunnen hebben op de Barbaralaan en Jorisstraat.
4. Bij de ruimtelijke planvorming is rekening gehouden met het ontwikkelen en het in stand houden
van een leefbaar en duurzaam Breda. Op basis van de onderzoeken die verricht zijn voor diverse
milieuhygiënische aspecten is er geen reden om aan te nemen dat de plannen een enorme
inbreuk hebben op de kwaliteit van het woonmilieu. Intensivering van het ruimtegebruik is op deze
locatie gewenst nu het gaat om een functieverandering als gevolg van het beëindigen van
bedrijvigheid ter plaatse;
5. Het is niet wenselijk om de bedrijfsopstallen te handhaven. De ruimtelijke en functionele
kwaliteiten van de buurt zijn beschreven in de toelichting van het bestemmingsplan. Er zijn geen
beschermde monumenten aanwezig, om de archeologische waarde in het gebied te beschermen
is een inventariserend archeologisch onderzoek verplicht gesteld door middel van de
dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie', er hoeven geen bomen gekapt te worden en de directe
omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan bouwstijlen.
De kwaliteit van het woonmilieu wordt bevorderd door het mogelijk maken van woningbouw op
deze locatie. In eerste instantie wordt vanuit stedenbouwkundige optiek bedrijvigheid op deze
locatie niet langer wenselijk geacht. Bedrijven binnen een woonwijk zorgen voor
vervoersbewegingen (in casu: bij beide bedrijven horen circa 25 bestelbusjes en worden 10 maal
per week bevoorraad door zware vrachtwagens), welke leiden tot mogelijk verhoging van
verkeersonveilige situatie en een toename van de geluidbelasting op de omliggende woningen
(met name de Bavelselaan). Het vervangen van een bedrijfslocatie door woningbouw binnen
stedelijk gebied waar een woonfunctie overheerst leidt tot versterking van deze woonfunctie. Er
gaat geen groen verloren door woningbouw op deze locatie, door de aanleg van tuinen neemt het
groen op deze locatie juist toe. Geconcludeerd is dat het project tot het realiseren van acht
woningen op een voormalig bedrijventerrein past binnen deze ruimtelijke en functionele
kwaliteiten en deze kwaliteiten zelfs versterkt.
6. Binnen de onderhavige procedure zijn de ruimtelijke relevante aspecten zoals goot- en
bouwhoogte en afstand tot de perceelsgrenzen in de planregels opgenomen. Binnen het
onderhavige project is bijvoorbeeld gekozen om de hoofdgebouwen te situeren op minimaal
4 meter uit de perceelsgrens. Hiernaast mogen op de verdieping geen uitzichtgevende ramen
en/of gevelopeningen geplaatst worden in de naar de Barbaralaan en Bavelselaan gesitueerde
gevels en dakvlakken en mogen de bijgebouwen en aan- en uitbouwen maximaal 3 meter hoog
zijn. Het bestemmingsplan voorziet in de aspecten die ruimtelijk relevant zijn, denk hierbij aan de
bestemming van het perceel, de hoogte van hoofd- en bijgebouwen en de afstand tot de
perceelsgrenzen. Andere stedenbouwkundige randvoorwaarden, zoals geen uitzichtgevende
ramen op de verdieping en het behouden van de aanwezige muur zijn vastgesteld in een
privaatrechtelijke overeenkomst middels een kettingbeding. Dit kettingbeding is opgenomen in de
koopovereenkomst voor de nieuwbouwwoningen aan de Bavelselaan 131 - 143. Ter
verduidelijking is het schrijven van de initiatiefnemers omtrent de voorwaarden in dit kettingbeding
als bijlage bij de beantwoording van de zienswijzen gevoegd. Deze randvoorwaarden zijn juist
gesteld vanwege bescherming van de privacy van de bewoners aan de Barbaralaan. Gelet op
deze aspecten past het onderhavige verzoek in de omgeving. De materiaalkeuze komt pas aan
bod tijdens de omgevingsvergunningsprocedure.
Raadsvoorstel Registratienr: 38198]
-14-
w