Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 38198]
Paragraaf 8.2: in de tekst melding gemaakt van de zes ingediende zienswijzen.
6. Tot de volgende ambtshalve wijzigingen in de regels:
- Toevoegen van de volgende begrippen:
o Kap: de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw met een dakhelling
van minimaal 15° en maximaal 75°;
o Nok: het snijpunt van twee hellende vlakken;
- Aanpassen van het begrip "ruimtelijke kwaliteit" van "het behoud en de versterking van de
natuurlijk, landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle kwaliteiten, alsmede een verbetering
van de kwaliteit van de bebouwde omgeving;" naar "kwaliteit van een gebied dat bepaald wordt
door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde;"
Het begrip "patiowoning" is in zijn geheel komen te vervallen;
Artikel 4.2.1: lid b is aangepast van "binnen het plangebied mogen uitsluitend grondgebonden
woningen gerealiseerd worden" naar "binnen het plangebied mogen uitsluitend grondgebonden
woningen met mansardekap gerealiseerd worden, met uitzondering van de woning aan de
Bavelselaan, deze grondgebonden woning mag enkel met kap gerealiseerd worden";
- Artikel 4.2.2 is aangepast van
a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen hoofdgebouwen worden gebouwd
c.q. aanwezig zijn;
b. de goot- en bouwhoogte mag maximaal respectievelijk 4,5 en 7,8 meter bedragen, dit is
slechts anders ter plaats van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', daar mag
de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangeduid;
c. De maximale bouwdiepte gemeten vanaf de voorgevel mag maximaal 12 meter bedragen.
Naar
a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' mogen hoofdgebouwen worden gebouwd
c.q. aanwezig zijn;
b. ter plaatse van de aanduiding 'nokrichting [nr]' dient de nokrichtingen van de kap oost-west
georiënteerd te zijn, haaks op de insteekwegen, in de overige bouwvlakken dient de
nokrichting noord-zuid georiënteerd te zijn, evenwijdig aan de ontsluitingswegen;
c. de goot- en bouwhoogte mag maximaal respectievelijk 4,5 en 7,8 meter bedragen, dit is
slechts anders ter plaats van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)', daar mag
de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangeduid;
d. de maximale bouwdiepte gemeten vanaf de voorgevel mag maximaal 12 meter bedragen.
- Artikel 4.2.4 is aangepast van
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 3 meter bedragen, met dien
verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak maximaal 1
meter mag bedragen, met uitzondering ter plaatse van hoekpercelen waar de hoogte
maximaal 3 meter mag bedragen, mits deze erf- en terreinafscheidingen minimaal 3 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;
b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter
bedragen.
Naar
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
a. De hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 meter mag bedragen, met dien
verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak maximaal 1
meter mag bedragen, met uitzondering ter plaatse van hoekpercelen waar de hoogte
maximaal 2 meter mag bedragen, mits deze erf- en terreinafscheidingen minimaal 3 meter
achter de voorgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden gebouwd;
b. In afwijking van hetgeen bepaald onder a dient de hoogte van erf- en terreinafscheidingen aan
de noordzijde van het plangebied 3 meter te bedragen;
c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter
bedragen.