Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 38389] Het ontwerp van het nieuwe dierenopvangcentrum is gebaseerd op de principes van rust, regelmaat en reinheid. Deze rust is van belang voor het welzijn van de dieren maar ook om de overlast voor de buurt te beperken. Anders dan in de huidige situatie mag het publiek niet overal komen. Het publiek kan slechts langs één speelweide wandelen door middel van de bezoekersroute over het binnenterrein. De overige paden, zoals de paden langs de buitenverblijven, waaronder het pad langs de perceelsgrens van de reclamant, zijn alleen toegankelijk voor medewerkers. Het nieuwe dierenopvangcentrum wordt ruimer van opzet dan het huidige en zal aan meer dieren opvang (kunnen) bieden. Doordat het nieuwe dierenopvangcentrum minder compact van aard is zal de onrust onder de dieren verminderen. De uitbreiding van het dierenopvangcentrum zal ook over de huidige speelweide, richting de woning van reclamant plaatsvinden. Onder meer de verblijven voor honden zullen dichter bij de woning van reclamant geplaatst worden. Belangrijk hierbij te vermelden is dat het vigerende bestemmingsplan 'Krogten' al de mogelijkheid biedt om ter plaatse van de huidige speelweide tot een hoogte van maximaal 5 meter bebouwing ten behoeve van een dierenasiel op te richten. Bij de opzet van het nieuwe dierenopvangcentrum is er uitdrukkelijk voor gekozen om de westelijk en noordelijk geprojecteerde kennels naar buiten toe te situeren, zodat er geen visuele relatie tussen speelweiden en deze buitenkennels bestaat. De betreffende verblijven voor honden zullen gericht worden naar de perceelsgrens van de reclamant om juist te voorkomen dat de honden onrustig worden en eventueel gaan blaffen. Alternatief ontwerp Er zijn in het proces rondom de uitbreiding en modernisering van het huidige dierenopvangcentrum diverse ontwerpen aan bod gekomen. In het eerste schetsontwerp dat door architecten HMV in maart 2009 is gemaakt waren de hondenverblijven in de nabijheid van het perceel van de reclamant omgedraaid ten opzichte van het huidige ontwerp. De buitenverblijven waren niet gericht naar het perceel van reclamant maar juist naar het binnenterrein en grensden daarmee aan de grote publiekstoegankelijke speelweide. De Dierenbescherming en de gebruikersgroep (onderdeel van de Stichting) heeft de architect dringend verzocht het plan aan te passen en de dierenverblijven om te draaien. De rij hondenverblijven, gericht op het binnenterrein, zou aan binnen- en buitenzijde worden geprikkeld, waardoor veel onrust en geblaf zou ontstaan. De Dierenbescherming spreekt hiermee uit ervaring, het grenzen van buitenverblijven aan speelweides levert erg veel onrust op en is daarnaast ook niet gewenst vanuit hygiënisch oogpunt (overdracht ziektes door neuscontact tussen honden onderling). Daarbij is het van belang te vermelden dat in het oorspronkelijke plan van architecten HMV een gedeelte van het parkeren op het perceel naast de reclamant was gesitueerd, met extra parkeerbewegingen naast het perceel van de reclamant als gevolg. Dierenbescherming Zoals eerder al is aangegeven is de Dierenbescherming intensief betrokken geweest in het traject rondom het moderniseren en uitbreiden van het dierenopvangcentrum. De landelijke en regionale Dierenbescherming is een van de organisaties die het project financieel ondersteunt. Voor de realisering van het nieuwe dierenopvangcentrum is een Programma van Eisen opgesteld. De inhoud van dit Programma van Eisen is mede tot stand gekomen op basis van de bepalingen uit de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (GWWD) en het daarop gebaseerde Honden- en kattenbesluit 1999 (HKB). Wanneer de Stichting niet voldoet aan het HKB is het hen niet toegestaan een dierenopvangcentrum beheren cq exploiteren. Het uitgangspunt bij het huisvesten van de honden is in het Programma van Eisen als volgt geformuleerd "In het ontwerp van het dierenopvangcentrum+ is het wenselijk om de huisvesting van de hondenverblijven zo te situeren dat de honden zo min mogelijk opgeschrikt of afgeleid worden door elkaar of door de omgeving. Het doel is om de honden zo min mogelijk te laten blaffen en dus overlastte beperken." Het uitgangspunt over de positionering van de hondenhokken is niet wettelijk vastgelegd, de Dierenbescherming beveelt dit echter dringend aan bij nieuwe dierenopvangcentra. Wanneer de aanbevelingen van de Dierenbescherming niet worden opgevolgd bestaat de kans dat de Dierenbescherming de financiële bijdrage intrekt. Het advies van de Dierenbescherming is dus niet vrijblijvend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 16