Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 38389] b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: 1die verband houden met de aanleg van de betreffende bovengrondse hoogspanningsleiding; 2. het normale onderhoud betreffen; 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. c. De in onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting van de belangen van de leiding- en/of energievoorzieningbeheerder ontstaat of kan ontstaan. i. Onder hoofdstuk 3 in de planregels is artikel 7 'Algemene gebruiksregels' aangepast van "Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan: 1het gebruik van de gronden en opstallen voor de exploitatie van een smart-, grow- en headshop, alsmede een groothandel in smart-, grow- en/of headproducten, een belwinkel of een combinatie hiervan, als ook het gebruik van de opstallen voor een seksinrichting; 2. het gebruik van bijgebouwen bij woningen als zelfstandige woning en/of afhankelijke woonruimte; 3. het gebruik van bijgebouwen voor een aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteit; 4. het gebruik van bijgebouwen als bed en breakfast." naar a. Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan: 1het gebruik van de gronden en opstallen voor de exploitatie van een smart-, grow- en headshop, alsmede een groothandel in smart-, grow- en/of headproducten, een belwinkel of een combinatie hiervan, als ook het gebruik van de opstallen voor een seksinrichting; 2. het gebruik van bijgebouwen bij woningen als zelfstandige woning en/of afhankelijke woonruimte; b. Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. j. Onder hoofdstuk 3 in de planregels is artikel 12.1 'Parkeren' ingevoerd, luidend: a. Bij het bouwen op grond van deze planregels dient te allen tijde te worden voldaan aan hetgeen ten aanzien van de normering inzake parkeren is vastgelegd in de Nota Parkeer en Stallingsbeleid Breda zoals vastgesteld op 10 september 2004. b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om indien er met betrekking tot parkeren door de gemeenteraad gewijzigd beleid wordt vastgesteld, dit overeenkomstig van toepassing te verklaren op onderhavig bestemmingsplan. Afwegingen De ingediende zienswijze geeft geen aanleiding te besluiten tot het niet vaststellen van het plan. Wel zijn er enkele ambtshalve wijzigingen ten opzichte van het ontwerp doorgevoerd. Juridisch Na vaststelling van het bestemmingsplan door de raad wordt het bestemmingsplan op grond van artikel 3.8, vierde lid, Wet ruimtelijke ordening opnieuw aan de provincie voorgelegd, omdat er ambtshalve wijzigingen zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan. Na deze termijn wordt het vastgestelde bestemmingsplan gepubliceerd en kunnen belanghebbenden gedurende 6 weken hiertegen beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 20