Gemeente Breda
Raadsbesluit Rcgistratienr: 38389]
Aantal bijlagen: -
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;
gelet op artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening;
besluit:
1. Vast te stellen het bestemmingsplan 'Krogten, Oude Baan 60 - 62', zoals dat van 12 mei tot en met 22
juni 2011 ter visie heeft gelegen.
2. Tot de volgende ambtshalve wijzigingen in de toelichting van het bestemmingsplan Krogten, Oude
Baan 60 - 62':
a. In het algemeen het herstellen van enkele typefouten in de toelichting;
b. Paragraaf 6.3: Dierenarts wordt dierenartsenpraktijk;
c. Paragraaf 8.2.2: Aangepast aan het verloop van de bestemmingsplanprocedure.
3. Tot de volgende ambtshalve wijzigingen in de regels van het bestemmingsplan 'Krogten, Oude Baan
60-62':
a. Onder hoofdstuk 1 zijn de volgende begrippen toegevoegd:
Aan- en uitbouw: een gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in
directe verbinding staat en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw, maar daar wel functioneel onderdeel van uitmaakt.
Belwinkel: elke ruimte voor het bedrijfsmatig aan het publiek gelegenheid bieden tot het
voeren van telefoongesprekken, al dan niet in daarvoor bestemde belcabines, waaronder
mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet al dan
niet in combinatie met de verkoop van telefoons of accessoires voor telefoons.
Bijgebouw: een al dan niet vrijstaand gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht
ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
b Onder hoofdstuk 1 is het begrip "omgevingsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet
algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)" verwijderd omdat dit begrip niet is opgenomen in
de gemeentelijke standaard.
c. Onder hoofdstuk 1 is het begrip "ruimtelijke kwaliteit" aangepast aan de gemeentelijke standaard
van "het behoud en de versterking van de natuurlijk, landschappelijk en cultuurhistorisch
waardevolle kwaliteiten, alsmede een verbetering van de kwaliteit van de bebouwde omgeving'
naar "kwaliteit van een gebied dat bepaald wordt door de mate waarin sprake is van
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde".
d. Onder hoofdstuk 2 in de planregels is artikel 4.4 'Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van
een werk geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aangepast van
a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren:
1het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;
2. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger
dan meter;
3. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden
gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;
4. het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in
maaiveld -en weghoogte;
b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden
welke:
1die verband houden met de aanleg van de betreffende bovengrondse
hoogspanningsleiding;
2. het normale onderhoud betreffen;
3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
c. De in onder a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen
onevenredige aantasting van de belangen van de leiding- en/of
energievoorzieningbeheerder ontstaat of kan ontstaan.
naar
-1