Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 38296]
Alle ondernemingen die eet- en drinkwaren bereiden, verwerken, behandelen of vervoeren, moeten veilig
met voedsel omgaan. Wettelijke voorschriften over de hygiëne van levensmiddelen zijn gebaseerd op
Europese wetgeving. Men moet volgens HACCP-principes werken. Alle bedrijven, die levensmiddelen
produceren of verwerken, worden van tijd tot tijd gecontroleerd door controleurs van de Voedsel en Waren
Autoriteit. Dit geldt ook voor de ondergeschikte horeca bij detailhandel.
Vraag 7: Kan in een bestemmingsplan een onderscheid worden gemaakt tussen natte en droge
horeca?
Antwoord:
In bestemmingsplannen wordt geen onderscheid gemaakt tussen natte en droge horeca.
In bestemmingsplannen kan en mag onderscheid gemaakt worden tussen diverse vormen van horeca,
maar het onderscheid moet doelmatig zijn op grond van met de ruimtelijke ordening verband houdende
criteria. Een bestemmingsplanregeling moet dus ruimtelijk relevante criteria bevatten (zoals
winkelgebieden met winkelondersteunende horeca, horecaconcentratiegebieden). Uit jurisprudentie is
gebleken dat regelingen die hoofdzakelijk zijn gebaseerd op criteria als het al dan niet schenken van
alcohol, openingstijden of overlast de toets der kritiek niet konden doorstaan.
Om deze reden is bij het maken van onderscheid in verschillende horecacategorieën het al dan niet
schenken van alcohol (onderscheid tussen natte en droge horeca) niet expliciet als criterium opgenomen.
Het bestemmingsplan regelt dus niet of ergens alcohol geschonken mag worden. Dit wordt geregeld met
een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet.
In de praktijk valt de natte horeca onder de nieuwe horecacategorieën 2 t/m 5 (restaurant, café,
discotheek). Voor deze categorie geldt dat in het bestemmingsplan expliciet wordt vastgelegd dat
uitbreiding niet mogelijk is, zoals omschreven in het horecabeleidsplan 2005.
Vraag 8: Hoe zit dat met de ondergeschikte horeca bij detailhandel buiten de binnenstad en
genoemde winkelstraten?
Antwoord:
Voor het toestaan van ondergeschikte horeca bij detailhandelsvestigingen buiten de binnenstad en
genoemde winkelstraten gelden vanwege de ligging en het karakter en gebruik van het gebied de
volgende voorwaarden:
- voor winkels tot 1.000 m2 bvo maximaal 25% van het bedrijfsvloeroppervlak (bvo);
- voor winkels groter dan 1.000 m2 bvo maximaal 20% van het bvo; (biiv bij bouwmarkt of
tuincentrum);
het pand het aanzicht behoudt van een winkel
Dit wordt in de betreffende bestemmingsplannen opgenomen.
Verder gelden dezelfde voorwaarden als bij vraag 3.
Vraag 9: Is ondergeschikte horeca toegestaan bij culturele-, maatschappelijke- en sport
voorzieningen?
Antwoord Ja, zoals ook omschreven in het horecabeleidsplan 2005 is ondergeschikte horeca is bij
culturele-, en sportvoorzieningen toegestaan. Zo ook bij maatschappelijke voorzieningen. Culturele-,
maatschappelijke - en sportvoorzieningen zijn qua omvang zo divers dat per geval bekeken wordt of het
wenselijk is aan de ondergeschikte horeca een te verbinden. Dit wordt in de betreffende
bestemmingsplannen geregeld.
Afwegingen
Op 8 juni 2011 en 18 augustus 2011 heeft de wethouder Economische Zaken extra gesprekken gevoerd
met vertegenwoordigers van Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Breda, Vereniging Natte Horeca
Nederland en het RetailPlatform Breda.
Tijdens deze gesprekken bleek dat de behoefte en noodzaak tot verdere flexibilisering van de
winkelondersteunende daghoreca en van de ondergeschikte horeca bij detailhandel door partijen wordt
onderschreven. Dit om innovatie in het ondernemerschap te faciliteren, mede in het belang van het
winkelend publiek en de kwaliteit van het aanbod in binnensteden.
-6-