Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 38365] wanneer een daadwerkelijke aanleiding bestaat voor ontwikkelingen en dient uitgevoerd te worden in opdracht en voor rekening van de initiatiefnemer en daarmee ook de verstoorder. Op de papieren plankaart is overigens wel degelijk de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie' aangegeven. De betreffende gebieden met deze dubbelbestemming zijn op de analoge en digitale verbeelding exact dezelfde. c. De verbeelding en planregels zijn naar aanleiding van de zienswijze aangepast. Binnen de horecabestemming is een aanduiding 'kantoor' opgenomen overeenkomstig de verleende bouwvergunning. d. Kostenverhaal is volgens het Besluit ruimtelijke ordening (afdeling 6.2, Bro) verplicht indien wordt voorzien in bepaalde ontwikkelingen. In het bestemmingsplan Brabantpark is hier geen sprake van. Derhalve is geen kostenverhaal nodig. Conclusie Op grond van het bovenstaande achten wij de zienswijze deels gegrond en deels ongegrond. 44. Schrauwen Auto-Onderdelen-Service Samenvatting a. Verzoekt aan de gronden aan de Teteringsedijk 134 behalve een bestemming die de huidige bedrijvigheid van het bedrijf toestaat, tevens een bestemming toe te kennen die woningbouw toestaat. b. Indien er geen woningbouw gewenst is op deze locatie, maar bedrijvigheid, wordt verzocht in plaats van op termijn woningbouw, een algemenere bedrijfsbestemming toe te kennen in plaats van de bestemming 'Gemengd'. Op grond hiervan zou dan een hogere milieucategorie moeten zijn toegestaan, zodat de gronden niet onverkoopbaar worden. Beoordeling a. Zoals beschreven in paragraaf 3.4.2 van de toelichting is in Breda sprake van een overprogrammering van woningen (en grootschalige kantoren) tot 2020. Er zijn momenteel al meer dan voldoende woningen in gepland. Voor nieuwe woningbouwinitiatieven is momenteel, programmatisch gezien, geen ruimte. In paragraaf 3.4.2 van de toelichting is de problematiek van de stedelijke programmering beschreven. Bovendien gold voorafgaand aan onderhavig bestemmingsplan, onder andere voor deze gronden, een voorbereidingsbesluit waarin is aangegeven dat woningbouw om programmatische redenen (overprogrammering) en op bepaalde locaties ook om stedenbouwkundige redenen (bouwen op achterterreinen) niet wenselijk is. Onderhavig bestemmingsplan is bovendien een consoliderend bestemmingsplan, waarin nieuwe (woningbouw)ontwikkelingen niet mogelijk gemaakt worden. b. Voor wat betreft de gevraagde hogere categorieën bedrijvigheid kan worden opgemerkt dat het vigerende bestemmingsplan deze typen bedrijvigheid eveneens niet toelaat. Dit heeft te maken met de afstand tot de woningen. Nieuwe bedrijven moeten op een minimale afstand van woningen worden gesitueerd. Bedrijvigheid in een hogere categorie, bv 3.1, moet op minimaal 50 meter van de woningen zijn gesitueerd. Daar is in dit geval geen sprake van. Conclusie Op grond van het bovenstaande achten wij de zienswijze ongegrond. 45. W.J.M. Egbers-Slemmer Samenvatting Indiener van de zienswijze maakt bezwaar tegen het gewijzigde bouwvlak op haar perceel, Teteringsedijk 211. De wijziging heeft ingrijpende gevolgen, gelet op de woonbestemming die is toegekend aan het voormalig Hero-terrein. Beoordeling Vooraf moet opgemerkt worden dat het Hero-terrein niet voor woningbouw bestemd is, maar voor de nu geldende bestemming 'Bedrijventerrein' en de feitelijke situatie, zijnde bedrijvigheid. In paragraaf 2.4 van de toelichting is aangegeven hoe in onderhavig bestemmingsplan met dit terrein wordt omgegaan. Het bouwvlak is abusievelijk verder naar achteren komen te liggen. Het bouwvlak wordt aangepast op de verbeelding conform de vigerende regeling. -15-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 81