Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 38365]
In 2010 en 2011 heeft de gemeente twee onderzoeken laten doen naar de markt voor kleinschalige
huisvesting in Breda. De onderzoeksresultaten zijn in een discussienota vastgelegd en geaccordeerd door
het College en de raadscommissie Economie. Het doel van de onderzoeken was te bepalen of er een
disfunctioneren van deze markt is.
Eén van de conclusies uit het onderzoek is dat de markt voor kleinschalige bedrijfshuisvesting nog steeds
een groeimarkt is. Er is in Breda een jaarlijkse uitbreidingsvraag van 200 ruimten bij starters en ongeveer
30 bij de reeds bestaande kleine bedrijven. Daarnaast is bij de bestaande kleine bedrijven ook nog een
jaarlijkse vervangingsvraag van circa 90 bedrijfsruimten.
Een andere conclusie uit het onderzoek is dat in het commerciële aanbod nog voldoende ruimte te vinden
is. Daarnaast komen er steeds nieuwe concepten bij die inspelen op veranderende behoeften, zoals
flexplekken en shared offices.
Er is ook een groep bedrijven die wel bedrijfsruimte zoekt, maar de commerciële prijzen niet kan betalen.
Dit komt vooral voor bij starters en bedrijven in de kunst/creatieve sector. Voor hen is de prijs van
commerciële ruimtes te hoog. Door het aanbieden van goedkoop/gesubsidieerd vastgoed wordt een
(latente) vraag van bijvoorbeeld starters en kleine zelfstandigen in de creatieve sector zichtbaar en
aangetrokken. Dit betreft een segment dat niet concurreert met de commerciële markt. Dit blijkt
bijvoorbeeld uit de wachtlijst van meer dan 150 wachtenden van de stichting CUB (Culturele Locaties in
Beheer), die gesubsidieerde bedrijfsruimte/ateliers aanbiedt aan kunstenaars/creatieven. Zij stappen niet
over naar de commerciële ruimtes. Er bestaat dus geen overaanbod van gesubsidieerde ruimte.
Een laatste conclusie is het feit dat in wijken weinig bedrijfsruimte beschikbaar is.
De gemeente Breda heeft op dit moment geen panden waar onder goedkope voorwaarden ruimte aan
starters wordt aangeboden. Wel wordt gekeken naar de mogelijkheden om dit te gaan realiseren. Hierbij
geldt het uitgangspunt dat dit de markt niet mag verstoren. Het zal dan ook altijd aan strenge
voorwaarden verbonden zijn wie deze ruimte mag huren en het gaat om tijdelijke huur. Na een aantal
jaren vormt deze doelgroep juist dan nieuwe aanwas voor de commerciële verhuurders, zoals het Bastion.
Op basis van het onderzoek naar het functioneren van de markt voor kleinschalige bedrijfshuisvesting is
er geen reden om de aangegeven ruimte te gaan bestemmen als woon-werkatelier. Gezien het feit dat
voor kleinschalige ruimtes nog steeds sprake is van een groeimarkt en buiten formele bedrijvenlocaties
behoefte is aan bedrijfsruimte, zou de bedrijfsruimte behouden moeten blijven. Het is wellicht mogelijk de
ruimte in meerdere ruimtes op te splitsen, waardoor de ruimtes kleiner worden of een ander
verhuurconcept te ontwikkelen dat meer tegemoet komt aan de vraag uit de markt.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande achten wij de zienswijze ongegrond.
48. G. Jongeneel
Samenvatting
Indiener van de zienswijze wil zijn woning aan de Teteringsedijk 166 aan de achterzijde uitbreiden. Zijn
bouwplannen passen niet binnen het voorliggende bestemmingsplan, omdat sprake zou zijn van een
uitbreiding op de verdieping. Verder is hij het oneens met het beperken van zijn bouwmogelijkheden. Zo
zou op grond van het vigerende bestemmingsplan op de helft van zijn perceel onbeperkt gebouwd mogen
worden.
Beoordeling
Op basis van de zienswijze is het bouwvlak aan de zijkant vergroot, zodat ten opzichte van het
ontwerpbestemmingsplan meer bouwmogelijkheden zijn.
De planregels, om de uitbreiding van de woning mogelijk te maken, zijn echter niet aangepast. In het
vigerend bestemmingsplan Brabantpark heeft de bebouwing aan de zuidzijde van de Teteringsedijk
grotendeels de bestemming 'Gemengd'. In deze bestemming zijn meerdere functies mogelijk, zoals
wonen, zakelijke dienstverlening en (indien reeds aanwezig) horeca, detailhandel en ambachtelijke
bedrijfsactiviteiten. De bouwregels zijn dan ook ruimer dan alleen bij woningbouw zou zijn. In de praktijk
bestaat momenteel het grootste gedeelte van de zuidzijde van de Teteringsedijk uit woningen, zonder een
andere functie erbij. Onderhavig bestemmingsplan is aangepast aan deze situatie, met bijbehorende
minder ruime bouwregels.
-17-