Gemeente Breda glastuinbouwbedrijven. De locatie van de heer Van Dijk is in het vigerende bestemmingsplan deels bestemd tot 'Woondoeleinden' en voor het overige als 'Agrarisch gebied'. j. familie Sweep Inhoud reactie Op grond van de beleidslijn mag op de gronden van de familie Sweep geen glastuinbouw meer plaatsvinden terwijl op het bedrijf reeds een kas aanwezig is. Er is sprake van ongelijke behandeling nu de buurman wel is meegenomen in het glastuinbouwgebied. Hebben vanwege de bouw van het NAC-stadion moeten verplaatsen naar onderhavige locatie. Met het huidige besluit zijn er weer geen mogelijkheden naar de toekomst toe om noodzakelijke bedrijfsontwikkelingen, zoals de bouw van kassen, te kunnen realiseren. Vragen hun percelen alsnog binnen het glastuinbouwgebied op te nemen. Beoordeling De familie Sweep exploiteert aan de Overveldsestraat 16 een vollegronds tuinbouwbedrijf en voor de nodige bebouwing is een deel van de gronden bestemd tot 'Agrarisch bouwvlak'. Dit bouwvlak heeft geen aanduiding glastuinbouw. Binnen het bouwvlak is wel een kas aanwezig welke echter als teeltondersteunend kan worden aangemerkt. De buurman op Overveldsestraat 18 heeft op zijn bouwvlak wel een aanduiding glastuinbouw. Het klopt dat het bedrijf van de familie Sweep aan de Overveldsestraat 18 op basis van de beleidslijn niet langer binnen het glastuinbouwgebied is gelegen. Vanuit het onderzoek, dat voorafgegaan is aan de opgestelde beleidslijn, is gebleken dat met name langs de historische linten Overveldsestraat en Brielsedreef waarden aanwezig zijn die een verkleining van het glastuinbouwgebied noodzakelijk maken. In het deelonderzoek 'Ruimtelijk onderzoek glastuinbouw Prinsenbeek' en in het 'Integraal advies glastuinbouw Prinsenbeek' is dit uitgebreid gemotiveerd. Een en ander is doorvertaald in de onderhavige beleidslijn. Dat hierdoor potentiële bouwruimte komt te vervallen voor de betreffende ondernemers/eigenaren is evident maar daarom niet minder belangrijk vanuit een oogpunt van waarden en behoud van die waarden. Dat hiermee het potentieel te bebouwen gebied wordt verkleind is hierdoor ook vanzelfsprekend. k. Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij (TOM) Inhoud reactie. De TOM is eigenaar van een perceel grond van 10 ha in Prinsenbeek en is al sinds 2004 bezig deze locatie te ontwikkelen voor glastuinbouw. Alle ondernomen activiteiten hebben altijd in nauw overleg en met instemming van de gemeente plaatsgevonden (wijziging bestemmingsplan t. b.v. dempen sloot). Door allerlei oorzaken is de ontwikkeling van de grond voor glastuinbouw echter vertraagd. In de Beleidslijn glastuinbouwgebied Prinsenbeek is nu aangegeven dat het glastuinbouwgebied verkleind moet worden en dat in dat kader de locatie van de TOM geheel uit het betreffende gebied wordt gehaald waartegen de TOM dan ook bezwaar maakt en verzoekt de TOM-locatie alsnog op te nemen in het glastuinbouwgebied.. Volgens de TOM is deze keuze onjuist omdat: a. Uit het ruimtelijk onderzoek blijkt dat de TOM-locatie is gelegen in de planmatige heideontginningen met de laagst landschappelijke waarde. Dit staat in groot contrast met de motivering in de beleidslijn dat de locatie gelegen zou zijn in een landschap met cultuurhistorische, ecologische en landschappelijke waarde. b. In het eindadvies van BRO wordt gesproken over de beleving van het landschap door de bewoners vanuit de bestaande wegenstructuur. Bij het visualiseren van de relevante uitzichtshoek is echter voorbijgegaan aan de werkelijke situatie waarbij een groot deel van de locatie reeds landschappelijk is ingepast door bestaande landschapselementen waardoor het uitzicht al wordt belemmerd. c. De aanwezigheid van de steenuil en kerkuil hoeft op zich geen belemmering te zijn de betreffende locatie te ontwikkelen met glastuinbouw. Uit een onderzoek van Alterra is vast komen te staan dat er voldoende mitigerende maatregelen genomen kunnen worden waardoor glastuinbouw op de TOM-locatie geen nadelige effecten zal hebben op de beide uilen. Raadsvoorstel Registratienr: 38722] >w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 31