Gemeente Breda
vV* Raadsvoorstel
Registratienr: 38582]
Beoordeling
Ad. 1.
Het al dan niet heien bij de realisatie van het bouwplan is geen onderwerp dat een rol kan spelen In de
procedure van het bestemmingsplan, maar pas in de fase van de omgevingsvergunning voor de activiteit
bouwen.
Daar komt bij dat niet de gemeente maar de initiatiefnemer en diens aannemer verantwoordelijk zijn voor
het eventueel ontstaan van schade als gevolg van de bouwactiviteiten. De aannemer is daarvoor
doorgaans ook verzekerd (CAR-verzekering).
Dit neemt niet weg dat dit deel van de zienswijze nadrukkelijk onder de aandacht is gebracht van de
initiatiefnemer, om zodoende schade te voorkomen.
Ad. 2.
Voor het bouwplan is op 27 juli 2010 een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 2 WRO verleend. In het
kader van deze procedure heeft het bouwplan eveneens ter inzage gelegen en zijn zienswijzen
behandeld.
Echter doordat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking is getreden, maar deze
niet is voorzien van adequaat overgangsrecht, kan van de verleende vrijstelling nog geen gebruik worden
gemaakt voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen. Landelijk wordt hier
reparatiewetgeving voor opgesteld. Echter omdat een deel van de voor het plangebied geldende
bestemmingsplannen ouder zijn dan 10 jaar en daarom aan herziening toe zijn in het kader van de
actualisering van alle bestemmingsplannen in Breda, is de bestemmingsplanprocedure voor Hellaarpark
opgestart.
Aangezien de gemeente al in 2004 voor de onderhavige locatie door middel van een prijsvraag een iets
ander bouwplan heeft ontwikkeld dan op basis van het vigerende bestemmingsplan mogelijk was en het
feit dat voor dit bouwplan in 2010 een vrijstelling is verleend, is besloten deze verleende vrijstelling en de
daaraan ten grondslag liggende afwegingen te vertalen in het onderhavige bestemmingsplan. Het zou
juist vreemd en inconsistent zijn indien in het bestemmingsplan de verleende vrijstelling niet zou worden
opgenomen. Zowel in de verleende vrijstelling, als in het vigerende bestemmingsplan Adriaan
Klaassenstraat e.o., wordt uitgegaan van een ontsluiting aan de zuidzijde.
Ter nadere onderbouwing en om recht te doen aan de eerdere zienswijzen is in het kader van het
bestemmingsplan Heilaarpark een aanvullend onderzoek gedaan door adviesbureau Via.nl naar de
verkeersveiligheid van de eerder gekozen ontsluiting. De conclusie van het onderzoek is dat deze
verkeersontsluiting en de kruising met het fietspad, gelet op het aantal verkeersbewegingen, voldoende
verkeersveilig is.
Er is derhalve geen aanleiding om terug te komen op eerder gemaakte keuze om de ontsluiting aan de
zuidzijde te realiseren, zoals dit ook al in het vigerende bestemmingsplan was opgenomen.
Het fietspad dat ten zuiden van de plangebieden loopt, is deel van het fietspad dat loopt van de
Tramsingel in Breda tot de Lage Vaartkant in Etten-Leur. Op dit fietspad hebben fietsers voorrang op het
autoverkeer, behoudens het kruispunt met de Westerparklaan, dat met verkeerslichten is geregeld. Op
verschillende delen wordt het fietspad reeds doorkruist, bijvoorbeeld op de Meidoornstraat waar acht
zijstraten op het fietspad uitkomen. Verkeerskundig is het daarbij van belang goede constructies te maken
welke zorgen voor voldoende veiligheid. Een toename van het verkeer wil niet perse zeggen dat het
verkeersonveiliger wordt. Als de situatie veilig is ingericht is de kans op ongevallen minimaal.
De aansluiting van het Buurstedestraatje over het fietspad naar Heilaarpark zal aangepast moeten
worden voor de verwerking van het autoverkeer. Van belang is dat er een goed uitzicht is vanuit het
Buurstedestraatje richting fietspad om te komen tot een veilige situatie.
Van belang is dat bij de gekozen ontsluiting gebruik gemaakt wordt van de bestaande structuren en dat
geen nieuwe aansluiting aangelegd wordt. Door de gekozen verkeersontsluiting beperkt de verkeersdruk
zich vanuit het nieuw te ontwikkelen woongebied tot 1 punt, namelijk de aansluiting van het
Buurstedestraatje op het Heilaarpark.
Het nieuwe woongebied wordt daardoor omgeven door een ruime, groene parkzone welke niet
doorsneden wordt door ontsluitingswegen en ander verkeersconstructies. Om voor het landgoed de juiste
uitstraling te behouden, is het van belang om de groene rand om het plangebied te handhaven.
-7-