Gemeente Breda
v'V» Raadsvoorstel Registratienr: 38582]
Ad. 5.
Het waterschap heeft advies uitgebracht n. a. v. het conceptontwerp van het bestemmingsplan. Dit heeft
geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. In het ontwerpbestemmingsplan is uitgegaan van de
juiste waterlopen. Voor wat betreft de nieuwe ontwikkelingen is bezien wat er aan retentie moet worden
toegevoegd. Zowel in het noordwestelijk deel van het plangebied als in het noordoostelijk deel van het
plangebied zijn extra waterbergingen gepland, waarmee voldaan wordt aan de wensen van het
waterschap en wordt voldaan aan de voor de nieuwe ontwikkeling benodigde waterretentie. In de
oorspronkelijke plannen was bij de berekening van de benodigde waterretentie, uitgegaan van een
grondwaterstand van 1 m-mv. Op verzoek van het waterschap is dit aangepast tot 0,5 m-mv. Dit betekent
dat er extra waterretentie in de plannen is opgenomen. Voor zover er sprake is van waterproblematiek
wordt deze zeker niet verergerd door de nieuwe ontwikkelingen.
Ad. 6.
Allereerst kan worden opgemerkt dat woningbouw in de omvang, zoals opgenomen in het thans
voorliggende bestemmingsplan Heilaarpark al grotendeels mogelijk was op grond van het vigerende
bestemmingsplan Adriaan Klaassenstraat e. o. Voorts is ons inziens geen sprake van grootschalige
woningbouw.
Voor wat betreft de woningbehoefte is in het kader van de verleende vrijstelling op grond van artikel 19,
lid 2 WRO een marktonderzoek verricht door een plaatselijke makelaar. Hieruit blijkt dat aan de in deze
vrijstelling opgenomen woningtypen in dit deel van Breda behoefte is.
De toelichting van het bestemmingsplan is op dit onderdeel aangevuld.
Ad. 7.
In tegenstelling tot hetgeen in de zienswijze wordt aangegeven is er geen sprake van strijd met de
structuurvisie Breda 2020. Hierbij moet in het oog worden gehouden dat de Structuurvisie zich beweegt
op het schaalniveau van de stad. De Structuurvisie duidt daarbij richtingen voor het handelen bij het
ontwikkelen of beheren van de stad. Hierbij blijft op perceelsniveau ruimte voor een op de locatie
afgestemde keuze. In het onderhavige geval betekent dit dat het groen van het park een belangrijke rol
speelt in de planvorming. Maar dat tevens de bestaande bouwmogelijkheden worden gerespecteerd.
Het vigerende bestemmingsplan Adriaan Klaassenstraat e.o. voorzag al in een ontwikkeling in het
noordelijk deel van het plangebied van het bestemmingsplan Heilaarpark, waaraan voor wat betreft het
noordwestelijk deel geen maximum aantal woningen was gekoppeld. Ondanks dat er een vrijstelling
verleend moest worden, omdat het uiteindelijke bouwplan mogelijk te maken, kan men niet spreken van
een volledig nieuwe ontwikkeling.
Voorts is het aantal woningen niet dusdanig dat er gesproken kan worden van grootschalige
ontwikkelingen, te meer daar een groot deel van deze ontwikkelingen al mogelijk zijn op basis van het
vigerende bestemmingsplan.
Ad. 8.
In verband met de stedenbouwkundige kwaliteit wordt het mogelijk gemaakt om voor wat betreft de
terraswoningen balkons te realiseren, die boven de gronden met de bestemming 'groen' hangen. De
terraswoningen vormen geen ononderbroken front richting het groen en juist de mogelijkheid van
overhangende balkons breekt het beeld en geeft het bouwplan een speels karakter, hetgeen de
stedenbouwkundige en ruimtelijke kwaliteit ten goede komt.
Ad. 9.
De Torendreef met laanbeplanting is gelegen op voldoende afstand, circa 10 meter, van het bouwvlak en
de tuinen van de ontwikkelingslocatie voor de twee-onder-een-kapwoningen. Er is derhalve geen sprake
van aantasting van waarden.
Voor wat betreft de waterhuishouding kan worden opgemerkt dat in het kader van de watertoets het
waterschap Brabantse Delta heeft geadviseerd. Op basis van onder meer het advies van het waterschap
zijn de oorspronkelijk uitgangspunten aangepast en is extra waterretentie in de plannen. De invloed van
de bouwplannen op de waterhuishouding in het gebied wordt hiermee tot een minimum beperkt, waardoor
het geen invloed heeft op de laanbeplanting van de Torendreef.
De toekomstige kopers/bewoners van de woningen kunnen en zullen bij de aankoop van hun woning de
ligging en omgeving laten meewegen. De Torendreef met zijn laanbeplanting kan, ook mede gelet op de
afstand tot de perceelgrens, niet leiden tot problemen en discussies. Het zal eerder als positief element
worden beoordeeld.
-13-