Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 38739] De gemeenteraad heeft overwogen dat om aan het verzoek van de heer Jaspers medewerking te kunnen geven eerst de begrenzing van de EHS aangepast moeten worden. De Verordening Ruimte geeft aan de gemeenteraad de mogelijkheid om een herbegrenzing van de EHS aan te vragen. Dit is mogelijk indien dit noodzakelijk is in het kader van een groot openbaar belang, of noodzakelijk vanuit onderling samenhangende projecten en/of plannen waarvan de gecombineerde afhandeling tot een verbetering van de EHS leidt of ten behoeve van kleinschalige individuele ingrepen die leiden tot een versterking van de EHS in het betreffende gebied. In het besluit is overwogen dat aanvrager op het perceel aan de Roosbergseweg 26 ten koste van de EHS enkele extra woningen wil realiseren. Van een noodzaak tot wijziging van de begrenzing als in de Verordening Ruimte is aangegeven is in het onderhavige geval naar het oordeel van de gemeenteraad geen sprake. Naar aanleiding van de ingediende bezwaren overweegt de commissie als volgt. De bezwaren hebben betrekking op het besluit van de Provincie Noord-Brabant om het betreffende perceel binnen de EHS te laten vallen. Reclamant is van oordeel dat het perceel nooit in de EHS had mogen worden opgenomen. Hier merken wij op dat de bevoegdheid tot het opnemen van een perceel binnen de EHS een bevoegdheid van de Provincie Noord-Brabant is. De gemeente dient vervolgens bij het vaststellen van bestemmingsplannen de regels die in de Verordening ruimte zijn opgenomen in acht te nemen. De vraag of het perceel in de EHS had mogen worden opgenomen kan dan ook in het kader van de behandeling van het onderhavige bezwaarschrift niet aan de orde komen. Vast staat dat het betreffende perceel valt binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Dit is in de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2011 vastgelegd. In hoofdstuk 4 van de Verordening Ruimte Noord- Brabant 2011 zijn de regels die voor de EHS van toepassing zijn, opgenomen. De gemeenteraad kan op grond van de in de Verordening Ruimte opgenomen regels aan Gedeputeerde Staten verzoeken om de begrenzing van de EHS te wijzigen. In artikel 4.7 van de Verordening Ruimte is het volgende bepaald: 1. Gedeputeerde Staten kunnen de begrenzing van de ecologische hoofdstructuur wijzigen indien uit het verzoek van de gemeente om herbegrenzing blijkt dat: a. er sprake is van een groot openbaar belang b. er voor de ontwikkeling geen alternatieve locaties voorhanden zijn buiten de ecologische hoofdstructuur; c. er geen andere oplossingen voorhanden zijn waardoor de aantasting van ecologische hoofdstructuur wordt voorkomen; d. de negatieve effecten waar mogelijk worden beperkt en de overblijvende, negatieve effecten worden gecompenseerd, waarbij wordt voldaan aan de regels inzake het compenseren van verlies van ecologische waarden en kenmerken, bedoeld in artikel 4.11. 2. Aan het onderzoek naar alternatieve locaties, als bedoeld in het eerste lid, onder b, liggen de volgende uitgangspunten ten grondslag: a. gezocht wordt naar alternatieve locaties binnen de gemeente en in omliggende gemeenten; b. een alternatieve locatie moet overwegend dezelfde functie kunnen vervullen; c. tijdverlies en meerkosten ten gevolge van de ontwikkeling van een alternatieve locatie zijn op zichzelf geen reden om dat alternatief af te wijzen. Uit artikel 4.7 van de Verordening Ruimte volgt dat de gemeenteraad aan Gedeputeerde Staten kan verzoeken om de begrenzing van de EHS te wijzigen. Dit is echter slechts mogelijk wanneer aan de in voornoemd artikel opgenomen voorwaarden wordt voldaan. De adviescommissie is van oordeel dat het voornemen van de heer Jaspers om op het perceel aan de Roosbergseweg 26 extra woningen te realiseren niet voldoet aan de in artikel 4.7 van de Verordening gestelde voorwaarden. Het betreft een particulier initiatief waarbij geen sprake is van een groot openbaar belang. Uit bovenstaande volgt dat de gemeenteraad kon concluderen dat het niet mogelijk was om het verzoek van de heer Jaspers tot wijziging van het bestemmingsplan toe te wijzen. Hetgeen reclamant in het bezwaarschrift heeft aangevoerd leidt niet tot een andere conclusie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 7