Gemeente Breda
Tweede en derde lid
In de leden twee en drie zijn regels gegeven die betrekking hebben op wijzigingen gedurende het jaar in de
belastingplicht. In deze verordening is gekozen voor een tijdsevenredige herleiding per maand, waarbij
gedeelten van een maand niet worden meegerekend.
Vierde lid
Doordat ter zake van een extra container niet meer zoals voorgaande jaren reinigingsrecht wordt geheven,
maar de kosten van het beschikbaar stellen van een extra container via de afvalstoffenheffing worden
verhaald, is de ontheffingsmogelijkheid die voor de afvalstoffenheffing geldt vanaf 2008 tevens van
toepassing op de afvalstoffenheffing voor deze extra container. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2008 bij een
tussentijdse teruggaaf van de extra afvalcontainer aan de gemeente, (partiële) restitutie van de
afvalstoffenheffing plaatsvindt, hetgeen in het voordeel van de belastingplichtige is.
Aangezien de gemiddelde gemeentelijke kosten per extra afvalcontainer ongeveer 100,00 bedragen, is
een 'drempelbedrag' van 40,00 gehanteerd. Gezien de hoogte van de kosten per extra container wordt dit
bedrag ingeval gebruik wordt gemaakt van een extra container niet gerestitueerd. Hier wordt een
uitzondering op gemaakt indien aansluitend gedurende een aaneengesloten periode van zes maanden in
het voorgaande kalenderjaar gebruik is gemaakt van een extra container.
Artikel 8 Termijnen van betaling
Eerste lid
Het eerste lid voorziet in de mogelijkheid dat van de termijnen die zijn genoemd in artikel 9 van de
Invorderingswet wordt afgeweken en betaling van de aanslagen in twee termijnen plaats moet vinden.
Tweede lid
Het tweede lid bepaalt dat in afwijking van het eerste lid één termijn geldt indien het totaalbedrag van alle op
één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan 2.500,00.
Derde lid
Ingevolge het derde lid is het mogelijk de aanslag(en) afvalstoffenheffing in tien gelijke maandelijkse
termijnen te voldoen, mits het totaal van de op één aanslagbiljet vermelde aanslagen gemeentelijke fiscale
heffingen 100 00 of meer doch niet meer dan 2.500,00 bedraagt én machtiging is verleend tot
automatische incasso. De eerste termijn vervalt op de 28e van de maand volgende op de maand die in de
dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elke volgende termijn telkens een maand later.
Vierde lid
Dit lid voorziet erin dat, voor zover twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat de automatische
incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt, de machtiging als bedoeld in
het tweede lid geacht wordt niet te zijn verleend. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste
lid. Dit is eveneens het geval indien twee van de zes betaaltermijnen binnen een maand na afschrijving zijn
gestorneerd.
Vijfde lid
Het vijfde lid verklaart de Algemene Termijnenwet op voornoemde termijnen buiten toepassing.
Artikel 9 Nadere regels m.b.t. heffing en invordering
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant is bevoegd nadere regels te geven met
betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.
HOOFDSTUK III Reinigingsrechten
Artikel 10 Belastbaar feit
In dit artikel is het belastbare feit omschreven. De reinigingsrechten hebben betrekking op het genot van
door of vanwege de gemeente verstrekte diensten. De omschrijving van het belastbare feit is gebaseerd op
artikel 229, eerste lid, onderdeel a en b, van de Gemeentewet.
7