Gemeente Breda _ni Voorgesteld wordt deze dubbelbestemming te schrappen dan wel aan te tonen dat er archeologische waarden aanwezig zijn. 13. Met de in het nieuwe plan opgenomen zones worden de uitbreiding of nieuwbouw ter plaatse bemoeilijkt dan wel onmogelijk gemaakt door de op de percelen geprojecteerde zones 'veiligheidszone-leiding' en 'vrijwaringszone-weg'. Beoordeling: 1 Het bedrijf van reclamanten ligt binnen de bestemming "Bedrijventerrein en is hiermee dan ook met een positieve bestemming in het plan opgenomen. Voor het bedrijf is een bouwvlak opgenomen waarbinnen alle bebouwing moet worden opgericht. Dit betreft een groot gedeelte van het perceel. Met deze bestemming, het aangeduide bouwvlak en de in de regels opgenomen bebouwingsmogelijkheden zijn er voor reclamanten voldoende mogelijkheden om uit te breiden ook al is dat niet met zoveel woorden in het plan opgenomen. 2. Dat is niet het geval. Dat betreft het gebied dat tegenover het bedrijf van reclamant is gelegen en niet in het plangebied is opgenomen. 3. Hetgeen op de verbeelding en in de regels staat is leidend bij de beoordeling van initiatieven in het gebied. 4. In de toelichting op het plan is inderdaad aangegeven dat de in- en uitrit van het bedrijf van reclamanten rechtstreeks op de Tilburgseweg een knelpunt vormt en dat een passende ontsluiting via het naastgelegen bedrijventerrein gewenst zou zijn. Een en ander zal echter alleen plaatsvinden na overleg en met goedvinden van reclamanten. 5. Onder een passende bestemming wordt volstaan een bestemming waarbinnen het bedrijf van reclamanten kan voortbestaan en binnen het plan opgenomen grenzen verder kan ontwikkelen. Zie verder ook hetgeen onder 1 hierover is gesteld. 6. Het gaat hier over kantoren bij bedrijven en niet over zelfstandige kantoorvestigingen. Deze zijn nog te realiseren op de nog niet bebouwde gedeelten binnen het plangebied. 7. Het bebouwingspercentage is gesteld op 20% omdat het oppervlak van het bouwperceel een aanzienlijke omvang heeft. Ook met dit percentage kan een aanzienlijke oppervlakte aan bebouwing worden opgericht ter plaatse. In het bestemmingsplan Moleneind Oost 1975 is een hoger bebouwingspercentage opgenomen namelijk 60% (met vrijstelling tot maximaal 70%). Teneinde reclamanten ten aanzien van dit punt niet in een ongunstigere positie te brengen is het bebouwingspercentage in het vast te stellen plan opgehoogd naar 70%. De zienswijze is op dit punt dan ook gegrond. In het vigerende bestemmingsplan Moleneind-Oost 1975 was voor deze locatie verder een maximale hoogte van 4-8 meter aangegeven. In het plan Bedrijventerrein Hoogeind is dit opgehoogd naar maximaal 10 meter. Verder is in het plan via een afwijking de mogelijkheid gegeven deze hoogte aan te passen tot maximaal 30 meter. Hiermee wordt ruimschoots aan het verzoek van reclamanten voldaan. Er is dan ook geen aanleiding het plan op dit punt verder aan te passen. Tenslotte nog de opmerking van reclamanten over de geringe toegestane hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Deze maximaal toegestane hoogte zou belemmeringen kunnen gaan geven ten aanzien van de op het perceel aanwezige puinbreekinstallatie. Het betreft hier een installatie waarvoor geen bouwvergunning nodig is en welke installatie als zodanig dus niet getoetst zal gaan worden aan de planregels. 8. Het niet langer toelaten van categorie 1 en 2-bedrijven heeft te maken met het beleid van de provincie met betrekking tot de vestigingsmogelijkheden op bedrijventerreinen. De provincie is van mening dat bedrijven in deze milieucategorieën vanwege hun geringe hinder gemakkelijk kunnen worden gevestigd in of nabij woonwijken. Vanuit zuinig ruimtegebruik hebben zij dan ook gesteld dat dit soort bedrijven niet langer op bedrijventerreinen gevestigd mag worden. Dit beleid is niet helemaal uit te voeren omdat er diverse bedrijvigheid bestaat in deze categorieën die met name vanwege hun omvang niet in een woonwijk of nabij een woonwijk passen en ook deze dienen een plaats te kunnen krijgen. Een en ander is dan ook gekoppeld aan gebieden waar ook zwaardere bedrijvigheid is toegestaan (4 en 5) met als reden dat hierdoor de schaarse mogelijkheden om deze zwaardere bedrijven te vestigen blijven bestaan. In dit kader zijn de categorieën 1 en 2 in delen van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Hoogeind niet langer toegestaan. Raadsvoorstel Registratienr: 38350] -3- >w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 167