W Ra!dTvoo^e Breda Registratienr: 38350]^ 2 Door de aan het perceel van reclamanten toegekende dubbelbestemming 'Waarde Archeologie' en de daarbij behorende regels worden de bebouwingsmogelijkheden feitel^1 aedaan Reclamanten zijn van mening dat de in het plan opgenomen bouwbeperking in deze met kan^orden afgedwongen nu het een bevoegdheid betref, van het college- Verzocht word. deze beperkingen uit het plan te verwijderen en een reële uitbreidingsmogelijkheid te b|ejen Voorts zijn zij van mening dat voor het toekennen van de dubbelbestemming onvoldoende bas bestaat Een en ander is bovendien onzorgvuldig en onvoldoende gemotiveerd. Rovend vraaen reclamanten zich af of deze waarden ook daadwerkelijk aanwezig zijn en deze niet al teniet zijn gedaan door de realisatie van het bedrijventerrein. Bovendien is ter plaatse sprake va een voormalige vuilnisbelt waarop het bedrijf van Stolwerk is gevestigd. Zijn var'mening dat deze dubbelbestemming uit het plan verwijderd kan worden of aangetoond moet worden dat daadwerkelijk waarden a aa9ndljjcljng 'geluidszone-industrie' gaan reclamanten er van uit dat de bijbehorende regels niet op de uitbreiding van bestaande projecten van toepassing zijn. Beoordeling bestemmingsplan 'Moleneind-Oost 1975' ishetperceel varreclamanten opgenomen met de bestemming 'Woondoeleinden E1(2)-A'. In het bijbehorende voorschrift zijn regels opgenomen met betrekking tot het bouwen binnen deze bestemming. Deze zijn op onderdelen inderdaad iets ruimer dan die uit het nieuwe plan. In het nieuwe plan is eer) standaardregeling voor de bestemming 'Wonen' opgenomen welke in de praktijk heeft bewe voldoende bouwmogelijkheden te geven. Zo is in het nieuwe plan een maximaal bebouwingspercentage opgenomen van 40% met maximum van 400 m2^ een^ax.male goot- bouwhoogte van respectievelijk 4,5 en 9 meter en een maximale bouwdiepte van bet hoofdgebouw van 15 meter. In het vigerende bestemmingsplan is een maxima e goothoogte vooraeschreven van 3 tot 6 meter Met name de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen maximaaSestene^goothoogte geeft een extra beperking. Gelet op de ligging van de woningen EïTbÏÏSSSïS en langs een drukke ontsluitingsweg is het verantwoord hier een grotere goologte toe fe staah e„ z90 meer bouwmogelijkheden te bieden In het vast te stelleren ,sde maximale qoothoogte voor woningen dan ook gewijzigd van 4,50 meter naar maximaal 6 meter Se mgelt Soor Wonen komen hiermee ook weer meer in overeenstemming met de regels u,t het viaerende olsn Dözg zi6nswijz6 is dsn ook gsQrond. 2. Voor wat betreft de opmerkingen ten aanzien van de dubbelbestemming archeologie volaende. De opmerking dat door deze dubbelbestemming de eventuele uitbreidingsmogelijkheden teniet worden gedaan wordt niet gedeeld. Indien op basis va archeoloqisch onderzoek kan worden vastgesteld dat of geen waarden aanwezig zijn dan w eventuele bodemvondsten geen belemmering vormen voor het uitbreiden van de gebouwen, aeen aanleiding het vereiste afwijkingsverzoek te weigeren en zullen de uitbreidingsmogelijkheden op basis van de basisbestemming benut kunnerworden. Op het bezwaar van reclamanten inzake de onvoldoende basis voor de betr^e dubbelbestemming Archeologie het volgende. De toekenning van een hoge of middelhoge archeoloqische verwachtingswaarde aan gebieden gebeurt op basis van wetenschappelijk viqerende modellen aangevuld met alle onderzoeken uit het verleden. Het ondarha^ige olanqebied maakt hier geen uitzondering op. In het bestemmingsplan wordt nadrukkelijk gesproken over verwachtingswaarden. Het is momenteel onbekend in hoeverre derealisatie van het bedrijventerrein al dan niet verstorend heeft gewerkt op eventueel in de ondergrond aanweziae archeoloqische vindplaatsen. Derhalve dient bij nieuwe initiatieven in de zones die de dubbelbestemming "Waarde Archeologie" hebben gekregen de mate van bodemroering en de aan-en/of afwezigheid van archeologische resten door middel van veldonderzoek worden aangetoond. De betreffende dubbelbestemming is dan ook niet lichtvaardig dan ongemotiveerd toegekend. Verder wordt voor meer informatie nog verwezen naar hetgeen re,d£S« ïS&teidingen op basis van dit nieuwe bestedingsplan en gelegen binnen de geluidszone-industrie dienen hier ook aan te voldoen. Dezezfénswijze voor wat betreft het gestelde onder 1 gegrond en voor het overige ongegrond te verklaren. -8-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 172