Gemeente Breda
Raadsvoorstel Reg.strat.enr: 38350]
Uit een onderzoek op basis van een door het Bureau Registratie opgestelde functielijst per locatie
is vastgesteld waar eventueel op basis van het vigerende bestemmingsplan al zelfstandige
kantoorfuncties zijn ontstaan. Op basis hiervan zijn dan ook een aantal locaties alsnog a
zelfstandige kantoorlocatie in het plan opgenomen. Hiermee zijn in ieder geval de reeds
bestaande kantoorfuncties positief bestemd en niet onder het overgangsrecht gebracht.
3 Vooropgesteld wordt dat van de mogelijkheid om per bedrijf een windturbine te bouwen
met een maximale hoogte van 30 mater tot op heden nog geen gebruik is gemaakt. Dit 9e9even
en het gegeven dat windturbines per bedrijf geweld aandoen aan de beeldkwaliteit van het gebied
en vanwege het feit dat windmolens van een dergelijke hoogte niet het 9ewenste rendemen
opleveren zijn deze niet langer in het plan mogelijk gemaakt. Vanwege het feit dat ook.Bredai in
zijn beleid duurzame energievoorziening hoog op de prioriteitenlijst heeft staan en<Mook m het
onderhavige gebied mogelijk wil maken is binnen de bestemmingen Be^lJven^rr®inofnnG.r°en
alsnog een mogelijkheid opgenomen om, onder voorwaarden, een aantal windturbines op te
4 Alleen in het bestemmingsplan Hoogeind II is er inderdaad onderscheid gemaakt tussen
kwalitatief hoogwaardige bebouwing en inrichting, kwalitatief gemiddelde bebouwing en overige
bebouwinq en inrichting. In een bij het plan behorende beschrijving in hoofdlijnen zijn deze
kwaliteitsaspecten verder benoemd en uitgewerkt. Daar waar mogelijk is f t verdf r vor^9e^n
in de voorschriften behorende bij de betreffende bestemming via max'male hoogtebe^
bebouwingspercentages. In het nieuwe bestemmingsplan is dit slechts dee s gevolgd. Met name
de bouwhoogten zijn overgenomen. Wel is het bebouwingspercentage, met name vanui een
oogpunt van zuinig ruimtegebruik en ontwikkelingsmogelijkheden bestaande bedrijven voor
gehele plangebied opgehoogd. Voorwaarde is wel dat het parkeren op eigen terrein volgens de in
het plan opgenomen normering gehandhaafd blijft. Voor wat betreft de uitstraling van de
gebouwen in het kader van de beeldkwaliteit zijn toetsingscriteria opgenomen in de
welstandsnota^ dg opmerkjngen ten aanzien van de dubbelbestemming archeologie het
volqende De opmerking dat door deze dubbelbestemming de eventuele
uitbreidingsmogelijkheden teniet worden gedaan wordt niet gedeeld^ Indien op basiswan
archeologisch onderzoek kan worden vastgesteld dat of geen waarden aanwezig zijn n w
eventuele vondsten geen belemmering vormen voor het uitbreiden van de gebouwen is er geen
aanleiding een vereist afwijkingsverzoek te weigeren en zullen de uitbreidingsmogelijkheden op
basis van de basisbestemming benut kunnen worden.
Op het bezwaar van reclamanten inzake de onvoldoende basis voor de betreffende
dubbelbestemming Archeologie het volgende. De toekenning van een hoge of middelhoge
archeologische verwachtingswaarde aan gebieden gebeurt op basis van wetenschappelij
vigerende modellen aangevuld met alle onderzoeken uit het verleden. Het
Dlanoebied maakt hier geen uitzondering op. In het bestemmingsplan wordt nadrukkelijk
gesproken over verwachtingswaarden. Het is momenteel onbekend in hoeverre de realisatie van
het bedrijventerrein al dan niet verstorend heeft gewerkt op eventueel in de ondergrond
aanwezige archeologische vindplaatsen. Derhalve dient bij nieuwe initiatieven in de zones die de
dubbelbestemming "Waarde Archeologie" hebben gekregen de mate van bodemroering en d
aan- en/of afwezigheid van archeologische resten door middel van veldonderzoek worden
aanqetoond De betreffende dubbelbestemming is dan ook niet lichtvaardig dan wel
ongemotiveerd toegekend. Verder wordt voor meer informatie nog verwezen naar hetgeen is
vermeld in paragraaf 6.4 van de toelichting.
6 De in het plan opgenomen zones komen voort uit wettelijke regelingen of komen voort
vanuit rijksnota's Met deze zones dient bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te
Trdên gehouden enerz.jds om risico's voor grootschalige rampen te verkleinen (veiligheidszone,
leiding) of de realisering van voorzieningen in het algemeen belang (vrijwaringszone-weg) naar de
toekomst veilig te stellen. In de toelichting 5.8 Externe veiligheid) op het plan is hiervoor een
verantwoording opgenomen.
7 De parkeernormen, zoals die in het nieuwe plan zijn opgenomen, zijn alleen van
toepassing bij nieuwe ontwikkelingen waaronder uiteraard ook uitbreidingen van bestaande
bedrijven^ Q sb |jngen hebben geen functie in het kader van de handhaving. De
overgangsregels zijn slechts bedoeld om zaken, die legaal tot stand zijn gekomen maar iri het
plan om wat voor reden dan ook niet zijn opgenomen, toch een regeling te geven. Handha g
van regels vloeit voort uit het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet waarbij is