Gemeente Breda Legesverordening Breda 2012 De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011440); besluit vast te stellen de: 'Verordening op de heffing en de invordering van leges 2012'. Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: a. 'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt; b. 'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen; c. 'maand': het tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand; d. 'jaar': het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar; e. 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december. Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor: a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten; b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet; een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel. Artikel 3 Belastingplicht Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht. Artikel 3A Vrijstellingen Leges worden niet geheven voor: diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald. Artikel 4 Maatstaven van heffing en tarieven 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde. 2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet. 3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2011 | | pagina 48