Gemeente Breda
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot
automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen
gemeentelijke heffingen 100,00 of meer doch niet meer dan 2.500,00 bedraagt, dat de
aanslagen moeten worden betaald in 10 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt
op de 28e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het
aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
4. De in het derde lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn
verleend indien twee van de tien termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso
van de betaalrekening van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één
maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het
eerste lid;
5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in voorgaande leden gestelde
termijnen.
Artikel 8 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven
met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende-zaakbelastingen.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
1. De 'Verordening onroerende-zaakbelastingen Breda 2011' van 16 december 2010, wordt
ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing,
met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die
datum hebben voorgedaan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de
bekendmaking.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
4. Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening onroerende-zaakbelastingen Breda
2012'.
Aldus besloten in zijn op< i 22 december 2011
:itter.
griffier.