$H(< Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 37785]
sfeer te verrichten. Het is vergelijkbaar met wonen op een boerderij, waarbij beperkte agrarische
activiteiten kunnen worden verricht. Deze functie sluit aan op de aanwezige functies in de omgeving.
Samenvatting
2
Reclamant meent dat de grootschalige ontwikkelmogelijkheden afbreuk doen aan de verbinding van de
aangrenzende rijksmonumentale landgoederen "Zoutland" en Lindenborch".
Beoordeling
2
Op het perceel Sprundelsebaan 60 worden opgaande groenelementen aangebracht in het weiland,
hiermee wordt ernaar gestreefd het plangebied het karakter van een landgoed te geven. Deze
groenelementen versterken de relatie tussen het landgoed Lindenborch en buitenplaats Zoudtland en
onttrekken de kassen aan het zicht vanaf de Sprundelsebaan. Zie voorts ook de beoordeling onder E.1,
E.2 en E.3.
Samenvatting
3
Volgens reclamant wordt de ruimtelijke kwaliteit niet bevorderd, hetgeen in strijd is met het van toepassing
zijnde beleid. Door het toestaan van deze ontwikkeling zal verstening/verstedelijking plaatsvinden in het
unieke buitengebied. Hiernaast noemt reclamant een uitbreiding van het bosgebied als suggestie om de
landgoederen te verbinden.
Beoordeling
3
Wij verwijzen hiervoor naar de beoordelingen onder B.6 en B.8 waarin uiteen wordt gezet dat de
ontwikkeling is getoetst aan het beleid dat van toepassing is op het plangebied. Uit deze toetsing is
gebleken dat de gewenste ontwikkeling past binnen het heersende beleid. Hiernaast wordt aangevoerd
dat er geen sprake is van afbreuk van de ruimtelijke kwaliteit. De vrees voor verstening van het
buitengebied is onterecht. Onder beoordeling E.2 is aangegeven dat de bestaande verbinding tussen de
buitenplaats "Zoudtland" en landgoed "Lindenborch" bestaat uit de laanbomen, in aanvulling hierop
worden er groenelementen geplaatst op het perceel aan de Sprundelsebaan 60 Hiernaast willen we erop
wijzen dat onder beoordeling, B.7 is aangevoerd dat de gemeente met de aanvrager een overeenkomst
heeft gesloten waarin aangegeven wordt dat de groenvoorzieningen samen met de nieuwe bebouwing
aangelegd wordt, er wordt gewerkt met directe, daadwerkelijke compensatie
Samenvatting
4
De ontwikkelingen zijn volgens reclamant niet afgestemd op het omringende landschap, de
cultuurhistorie, de bodemgesteldheid en de waterhuishouding.
Beoordeling
4
Hiervoor verwijzen we naar de beoordeling onder H.3 en de daar genoemde verwijzingen Wat betreft de
opmerking over de afstemming op de cultuurhistorie benadrukken wij dat de nieuwbouw op het perceel
met zich mee brengt dat ook geïnvesteerd wordt in het restaureren en behouden van het waardevolle,
monumentale, boerderijcomplex. Hiernaast willen wij wijzen op het bodemonderzoek, verricht door Bakker
Milieuadviezen Waalwijk, kenmerk BM/8178-02/OB/RO1d.d. december 2002. Uit dit onderzoek is
gebleken dat er vanuit bodem geen belemmeringen zijn voor deze ontwikkeling. Met betrekking tot de
waterhuishouding is contact geweest met het Waterschap Brabantse Delta Om de lozing van schoon
hemelwater op het oppervlaktewater mogelijk te maken dient er retentie te worden gerealiseerd. Om
hieraan tegemoet te komen wordt een retentievijver aangelegd. Hiernaast wordt bij de sloot aan de
oostzijde ruimte vrij gehouden voor een schouwstrook (onderhoudsstrook) van 4 meter.
Samenvatting
5
De quickscan flora en fauna van 11 april 2006 is te beperkt uitgevoerd en gezien het tijdsverloop niet
meer bruikbaar.
-12-