I. gezin: een gezin als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub c, van de wet;
m. bijstandsnorm: de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, sub c, van de wet,
n. vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34 van de wet op de aanvraagdatum,
o. bijdrage: de categoriale bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35, lid 5, van de wet.
2. Begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader zijn omschreven, hebben
dezelfde betekenis als in de WWB.
HOOFDSTUK II VOORWAARDEN
Artikel 2 Doel en strekking
1 De gemeenteraad beschouwt het als zijn taak om de maatschappelijke participatie te bevorderen
en het aantal schoolgaande kinderen dat belemmeringen ondervindt in die participatie, door de
financiële positie van hun ouders, terug te dringen
2. Degenen die tot de doelgroep behoren alsmede aan de voorwaarden voldoen, hebben om
vergroting van deelneming aan de samenleving van ten laste komende schoolgaande kinderen te
bevorderen, recht op een bijdrage in de kosten hiervan.
Artikel 3. Maatschappelijke participatie van kinderen
Onder het bevorderen van voorzieningen van maatschappelijke participatie wordt verstaan.
a. het bevorderen van het lidmaatschap van een jeugd-, sport- of ontspanningsvereniging,
b. het bevorderen van deelneming aan muziek- en/of dansonderwijs en culturele activiteiten,
c. het bevorderen van bezoek aan zwembad, bibliotheek, theater, concert, museum, en/of educatief
pretpark;
d. het bevorderen van activiteiten op het gebied van het maatschappelijk welzijn, waaronder het
voorlichten over en voorkomen van verslavingsproblematiek;
e. het bevorderen van deelname aan voorscholen en peutertuinen;
f. het bevorderen van deelname aan educatieve buitenschoolse activiteiten,
g. het bevorderen van financiële educatie
Artikel 4 Doelgroep
1De alleenstaande ouder of het gezin met een of meer kinderen, die/dat gedurende de periode
van minstens één jaar is aangewezen op een inkomen wat gemiddeld per maand niet uitkomt
boven 110 van de geldende bijstandsnorm, alsmede niet beschikt over in aanmerking te
nemen vermogen.
2. Als periode, genoemd in het eerste lid, wordt in aanmerking genomen het kalenderjaar
voorafgaande aan de datum waarop de aanvraag is ingediend
3. Het kind waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd dient op de aanvraagdatum aan het
leeftijdscriterium als bedoeld in artikel 1, sub f van de verordening te voldoen
HOOFDSTUK III SLOTBEPALINGEN
Artikel 5 Uitvoering
Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de uitvoering van deze regeling, voor zover
deze niet zijn opgenomen in deze verordening of een uitwerking zijn van deze verordening
Artikel 6 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze verordening.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie op www.breda.nl en werkt terug tot en met
januari 2012.
Verordening maatschappelijke participatie van kinderen Breda 2012-2013
3