Hoofdstuk 2
Plicht tot arbeidsinschakeling
Artikel 9 Indeling in categorieën maatregel WWB
Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van artikel 9 van de WWB niet of
onvoldoende is nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:
1 Eerste categorie:
het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij UWV WERKbedrijf of het niet tijdig laten
verlengen van de registratie;
2. Tweede categorie:
het niet verschijnen op een oproep en/of uitnodiging, een cursus of scholingsmogelijkheid of het
niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot
arbeidsinschakeling, waaronder begrepen maatschappelijke nuttig werk, zorg, schuldhulpverlening,
sociale activering en inburgering.
3. Derde categorie:
a. gedragingen die de inschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid belemmeren;
de gemeente zal daarentegen eigen initiatief waarderen en - binnen de mogelijkheden en
wettelijke kaders - wensen van burgers ten aanzien van de prestatie naar vermogen
honoreren;
b. het niet gebruik maken van een door het college aangeboden
participatieplaats/leerwerktraject;
c. het door jongeren niet of onvoldoende meewerken aan het opstellen, uitvoeren en
evalueren van een plan van aanpak tot arbeidsinschakeling, als bedoeld in artikel 44a
WWB;
d. het door alleenstaande ouders met kinderen jonger dan vijf jaar niet of onvoldoende
meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak tot
arbeidsinschakeling, als bedoeld in artikel 9a van de WWB
4. Vierde categorie:
a. het niet aanvaarden van of het door eigen toedoen niet behouden van door het college
aangeboden algemeen geaccepteerde arbeid;
b het door jongeren niet naar vermogen trachten de mogelijkheden naar uit 's rijks kas
bekostigd onderwijs te onderzoeken gedurende de termijn, genoemd in artikel 41, vierde
lid, van de wet;
c. het door jongeren niet naar vermogen trachten werk te zoeken gedurende de termijn,
genoemd in artikel 41, vierde lid, van de wet;
d. het niet gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening gericht op
arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b en artikel 10 eerste lid
van de WWB, niet zijnde participatieplaatsen, sociale activering en inburgering.
5. Vijfde categorie:
a. het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid;
b. het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid.
Artikel 10 De hoogte en duur van de maatregel WWB
1Met inachtneming van artikel 2, tweede lid van deze verordening, wordt de maatregel vastgesteld
op:
a. tien procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende een maand bij
gedragingen van de eerste categorie;
b. twintig procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende een maand bij
gedragingen van de tweede categorie;
c. vijftig procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende een maand bij
gedragingen van de derde categorie;
d. honderd procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende een maand
bij gedragingen van de vierde categorie;
e. honderd procent van de bijstandsnorm, uitgedrukt in een bedrag, gedurende twee
maanden bij gedragingen van de vijfde categorie.
2 De hoogte van de maatregel als bedoeld in het eerste lid onder a, b en c wordt verdubbeld, als de
belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een
maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of een
hogere categorie.
3. Als door toepassing van het bepaalde in het eerste of tweede lid een maatregel van honderd
procent, uitgedrukt in een bedrag, is opgelegd, wordt de duur van de maatregel steeds met één
maand verlengd, als de belanghebbende binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit
waarbij een zodanige maatregel is opgelegd, opnieuw een verwijtbaar gedraging van dezelfde of
een hogere categorie verricht.
4