Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 38249]
3. Een lid mag in een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of
voorstel. Het stellen van een korte vraag, waarop een beknopt antwoord kan worden gegeven,
alsmede het plaatsen van een interruptie worden niet als een spreektermijn aangemerkt, tenzij de
voorzitter anders beslist.
4. Het derde lid is niet van toepassing op:
het lid van het college, dat in het bijzonder is belast met het in behandeling zijnde
onderwerp;
de rapporteur van een commissie;
het lid dat een (sub)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, voor
wat betreft dat (sub)amendement, die motie of dat initiatiefvoorstel.
5. Bij de bepaling hoeveel malen een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft
gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
Artikel 24 Spreektijd
De raad kan op voorstel van de voorzitter of een raadslid een regeling omtrent beperking van de
spreektijd vaststellen.
Artikel 25 Handhaving orde, schorsing
1. De voorzitter roept het lid of een ander persoon als bedoeld in artikel 27, die het woord voert over
een aan de orde gesteld onderwerp en die naar zijn mening de orde van de vergadering verstoort,
hetzij door af te wijken van het onderwerp der beraadslaging, hetzij door zich niet toelaatbare
uitdrukkingen te veroorloven, hetzij anderszins, tot de orde.
2. Het niet naleven van het bepaalde in dit reglement wordt voor het toepassen van het bepaalde in
het eerste lid mede als het verstoren van de orde beschouwd.
3. Wanneer een lid of een ander persoon als bedoeld in artikel 27, die overeenkomstig het bepaalde
in het eerste lid tot de orde is geroepen, voortgaat met het verstoren van de orde, ontneemt de
voorzitter hem het woord.
4. Het lid of de persoon aan wie de voorzitter het woord heeft ontnomen, kan over het op dat
moment in die vergadering ter behandeling aan de orde zijnde onderwerp niet meer aan de
beraadslaging deelnemen.
5. Onverminderd het bepaalde in artikel 26 van de Gemeentewet kan de voorzitter in het belang van
de orde de vergadering schorsen dan wel voortijdig sluiten.
Artikel 26 Beraadslaging, schorsing
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de
beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de
gelegenheid te geven tot onderling beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de
schorsingsperiode verstreken is.
Artikel 27 Deelname aan de beraadslaging door anderen
De raad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden deelnemen aan de
beraadslaging.
Artikel 28 Stemverklaring
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het
recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Artikel 29 Beslissing
1Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de
beraadslaging, tenzij de raad anders beslist.
2. Nadat de beraadslaging is gesloten, vindt na een stemming over eventuele (sub)amendementen
en moties, de stemming plaats over het voorstel in zijn geheel, zoals het dan luidt, tenzij geen
stemming wordt gevraagd.
3. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het
voorstel over de te nemen eindbeslissing.
-6