participatieplaatsen en leerwerkbanen. Gedrag van personen kan feitelijke kansen op arbeidsinschakeling
belemmeren.
Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat het bewust belemmeren van arbeidsinschakeling en het geen
gebruik maken van een voorziening door de gemeente georganiseerd van een zwaardere categorie is. an
scholing kan gezegd worden dat het bewust niet volgen ervan leidt tot een maatregel van de derde
categorie. Een enkele keer een les verzuimen valt echter onder de tweede categorie.
De gemeente zal daarentegen eigen initiatief waarderen en - binnen de mogelijkheden en wettelijke kaders-
wensen van de burgers ten aanzien van de prestatie naar vermogen honoreren. Dit betekent dat mensen
die wel aan alle verplichtingen voldoen en meewerken de volledige medewerking en ondersteuning van de
qemeente verdienen. Hierbij wordt gesteld dat van een positieve benadering meer stimulans uitgaat dan van
straffen en maatschappelijke activiteiten baat hebben bij een tegenprestatie die wordt geleverd door daartoe
gemotiveerde mensen.
De specifieke ontheffing van de arbeidsverplichting voor alleenstaande ouders met kinderen tot vijfjaar
(artikel 9a WWB) wordt aangescherpt. Zo geldt deze ontheffing straks nog voor de duur van maximaal vij
jaar. Bovendien moet er een plan van aanpak worden opgesteld, waarbij zowel de alleenstaande 0IJder als
het college een rol heeft. In dit plan van aanpak is opgenomen wat van de alleenstaande ouder wordt
verwacht wat betreft zijn re-integratie inspanningen. Voor het college houdt dit in dat het plan van aanpak
telkens na zes maanden heronderzocht moet worden en zo nodig moet worden bijgesteld. Voor de
alleenstaande ouder betekent dit dat die frequenter contact met het college zal hebben. Dit contact is niet
vrijblijvend. Het plan van aanpak wordt afgestemd op de inspanningen die de alleenstaande ouder sinds de
opstelling van het plan van aanpak of het vorige heronderzoek verricht heeft en de resultaten die bereikt
zijn. Blijkt ondubbelzinnig uit de houding en gedragingen van de alleenstaande ouder dat hij zijn
verplichtingen niet nakomt, dan wordt de ontheffing ingetrokken. Dat betekent dat de alleenstaande ouder
daarna niet meer in aanmerking kan komen voor de ontheffing. Bovendien kan er een maatregel worden
opgelegd op grond van de maatregelverordening, als de ontheffing om deze reden wordt ingetrokken.
De vierde categorie betreft het niet aanvaarden of wei behouden van algemeen geaccepteerde arbeid dat
door het college is aangeboden; of het onvoldoende zoeken naar werk in de zoekperiode door een jongere.
De vijfde categorie betreft het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid en het door eigen
toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid tijdens de bijstandsperiode.
Artikel 10 De hoogte en duur van de maatregel
Deze bepaling bevat de standaardmaatregelen voor de vijf categorieën van gedragingen die verband
houden met het geen of onvoldoende medewerking verlenen aan het verkrijgen of behouden van algemeen
geaccepteerde arbeid. De omschrijving 'x%, uitgedrukt in vaste bedragen' houdt in dat de op te leggen
maatregelen zowel in de financiële richtlijnen, het voorlichtingsmateriaal als de beschikking zal worden
vermeld in (afgeronde) eurobedragen. De op te leggen maatregelen zullen per gedraging op drie niveau s
worden bepaald en wel aan de hand van percentages van de uitkeringen voor zelfstandig wonende
alleenstaanden, respectievelijk alleenstaande ouders en gezinnen. Het hanteren van vaste bedragen per
gedraging bevordert de duidelijkheid voor de belanghebbende. Bekendmaking van de in enig kalenderjaair
per uitkeringscategorie en per gedraging te hanteren maatregelen zal plaatsvinden per 1 januari. De aan de
hand van de uitkeringen berekende maatregelen worden daarbij op hele euro's naar beneden afgerond Een
vóór 1 januari opgelegde maatregel die ingaat of doorloopt na 1 januari wordt gebaseerd op de
maatregelbedragen die gelden op het moment van besluitvorming. Geen tussentijdse aanpassing van een
eenmaal opgelegde maatregel derhalve.
Bij het vaststellen van de hiervoor benoemde uitgangspunten van het te hanteren maatregelenbeleid zijn
twee vragen nadrukkelijk meegewogen:
1 In hoeverre voldoet de beoogde verlaging van de uitkering aan de eisen van proportionaliteit en
evenredigheid als de betreffende gedraging in ogenschouw wordt genomen?
2. In hoeverre zal het opleggen van de maatregel effectief zijn, in de zin dat de maatregel de beoogde
gedragsverandering bij de bijstandsgerechtigde zal bewerkstelligen?
Tweede lid
Als binnen één jaar na een eerste verwijtbare gedraging sprake is van een verwijtbare gedraging van
dezelfde of een hogere categorie, wordt de grotere mate van verwijtbaarheid tot uitdrukking gebracht in een
verdubbeling van de hoogte van de maatregel in de voor die gedraging van toepassing categorie Met de
eerste verwijtbare gedraging wordt de eerste gedraging bedoeld die aanleiding is geweest tot een
maatregel Voor het bepalen van de aanvang van de termijn van 12 maanden, geldt het tijdstip waarop he
besluit waarmee de eerdere maatregel is opgelegd, bekend is gemaakt. Van recidive is ook sprake als de
eerste maatregel is opgelegd vanwege een verwijtbare gedraging van partner 1 en de tweede verwijtbare