gedraging partner 2 is aan te rekenen. Op grond van de begripsomschrijving wordt onder belanghebbende immers ook het gezin verstaan Ais de belanghebbende zich na het opleggen van de in hoogte verdubbelde maatregel binnen twaalf maanden na bekendmaking daarvan opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie wordt opnieuw een verdubbeling van de maatregel opgelegd. Dit totdat de hoogte van de te verdubbelen maatregel gelijk is aan de maatregel van 100/a. Indien de hoogte van deze (verdubbelde) maatregel is bereikt en de belanghebbende maakt zich binnen twaalf maande opnieuw schuldig aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie, kan de maatreg slechts verzwaard worden door de duur van de maatregel te verlengen Bij aanvang van de WWB-uitkering in de gemeente Breda wordt onderzocht of de belanghebbende in zijn vorige gemeente of van het UVW een maatregel opgelegd heeft gekregen. De verwijtbare gedraging ka recidive opleveren als de belanghebbende zich in Breda opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of een hogere categorie. Dit past in het ketenbreed denken. Atedoorloepassing van het bepaalde in het eerste of tweede lid een maatregel van honderd procent uitqedrukt in een bedrag, is opgelegd wordt bij herhaling van verwijtbaar gedrag binnen twaalf maande bekendmaking van een eerder besluit waarbij een zodanige maatregel van honderd procent is opgelegd, de duur van de maatregel steeds met één maand verlengd. Als de belanghebbende zich na het opleggen van de in duur verzwaarde maatregel (twee maanden honderd procent in plaats van één maand) binnen twaalf maanden na bekendmaking daarvan opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging wordt de duur van de bij het laatste besluit opgelegde maatra9el va honderd procent opnieuw met één maand verlengd (drie maanden honderd procent in plaats van twee maanden), enz. Mocht als gevolg van meervoudige recidive een honderd procent maatregel worden opgelegd die qua duur meer bedraagt dan drie maanden, dan moer. op grond ,an artikel 18, derde lid WWB brnner„aa„de„ nadat het besluit is genomen een herbeoordeling plaatsvinden. Zoals bij artike 7 j^rde lid van d verordening is aangegeven hoeft bij zo'n herbeoordeling niet opnieuw een besluit te worden genomen waarbij alle relevante feiten en omstandigheden opnieuw tegen het licht worden gehouden. Een margina e beoordelinq volstaat: het college moet beoordelen of het redelijk is dat de opgelegde maatrege qecontinueerd Daarbij kan worden gekeken naar de omstandigheden waarin betrokkene verkeert maar bijvoorbeeld ook of de betreffende persoon nu wel aan zijn verplichtingen voldoet. I^®"9SPU^'s dat de eenmaal opgelegde maatregel volledig wordt uitgevoerd. Dit is slechts anders als de hier bedoelde (tussentijdse) heroverweging duidelijk maakt dat in het individuele geval de 100/o maatregel dringende redenen met zich meebrengt. Dit ter beoordeling van het college. In dat geval moet expliciet en uitvoerig op de onderliggende aspecten worden ingegaan en kan dus niet volstaan worden met een marginale toetsing De hoogte van de maatregel als bedoeld in het eerste lid onder d in combinatie met artikel 9, vierde lid onder c wordt tot drie maanden verlengd als de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit opnieuw schuldig maakt aan het gestelde onder artikel 9 vierde lid onder c Dit betekent dat indien een belanghebbende een door de gemeente aangeboden baan herhaaldelijk weigert, deze recidive leidt tot een verzwaring van de maatregel van 100% tot drie maanden HeUnaatregelenbeleid wordt gekoppeld aan het armoedebeleid. Wanneer een persoon a| een maatregel heeft gekregen en een tweede maatregel ontvangt (lees: recidive) worden de verstrekte of te verstrekken voorzieningen in het kader van het armoedebeleid afgestemd op de getoonde verantwoordelijkheid. Hoofdstuk 3 Niet nakomen van de inlichtingenplicht In dit hoofdstuk worden twee vormen van het niet nakomen van de informatieplicht onderscheiden: ln|ich#ngen aan pe gemeente In deze statie is artikel 54 WWB van toepassing. Het college kan in dat geval het recht op bijstand opschorten en belanghebbende in de gelegenheid stellen binnen een door hem te stellen termijn het verzuim te 2 ArtikeM2: het verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen aan de gemeente,waardoorer ten onrechte bijstand is verstrekt of een te hoog bedrag aan bijstand ,s vers rekt In deze situatie heeft de uitkeringsgerechtigde niet voldaan aan de inlichtingenplicht van artikel 17 WWB Het opzettelijk verzwijgen van relevante informatie tegenover de gemeente, met het oogmerk een (hogere) uitkering te krijgen (fraude) vormt een schending van de informatieplicht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2012 | | pagina 125