Als tijdens het in het eerste lid bedoelde overleg tussen de medewerker en zijn of haar leidinggevende wordt
geconcludeerd, dat in het specifieke geval naast de aangifte en/of het ordegesprek het opleggen van een
maatregel, vanwege het volledig ontbreken van de verwijtbaarheid, niet gewenst is, wordt ook hierover
gerapporteerd en wordt van het opleggen van een maatregel afgezien
De belanghebbende wordt door middel van een beschikking schriftelijk op de hoogte gesteld van het afzien
van het opleggen van de maatregel en de reden daarvoor. Daarbij wordt tevens mededeling gedaan van het
feit, dat een maatregel aan de orde zal zijn, als binnen een periode van één jaar, te rekenen vanaf de datum
waarop de beschikking waarin van het afzien van het opleggen van de maatregel mededeling wordt gedaan,
opnieuw sprake zal zijn van een zeer ernstige misdraging.